Bedieningshandleiding
Noodstopbedienorgaan
3.4 Contactelementen EF...
in ingebouwde toestand
60
46
10
a) Maximale contactbezetting (2 contactelementen, max. 4 contacte n
4. Elektrische aansluiting
4.1 Belangrijke opmerkingen:
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Er moet minstens een contact met gedwongen verbreking
in het veiligheidscircuit geïntegreerd zijn.
Foutbeveiliging (bescherming bij indirect contact) in acht
nemen
Bij gebruik van de EFR.EDRRS met aardverbinding moet de
aarding voor de inbedrijfname gecontroleerd worden.
Bij gebruik van de EDRRS... met EFR moet de elektrische
aansluiting in PELV (lage veiligheidsspanning) volgens EN
60204-1 uitgevoerd worden.
Bij gebruik van de EDRRS... met EFR.EDRRS, de aardlus
met een vlakstekker 6,3 mm uitrusten en op de aardverbinding
aansluiten.
Na het aansluiten moeten de contactelementen gereinigd
worden (kabelresten enz. verwijderen).
De bevestigingsschroeven van de contactelementen moeten
met een aandraaimoment van 0,8 Nm vastgeschroefd worden.
4.2 Contactvarianten
De volgende contactvarianten kunnen met elkaar gecombineerd
worden.
Schroef- of fastonaansluiting:
– 1 × EF303 (1 NG/1 NO) + 1 × EF220 (2 NG) of
– 2 × EF303 (1 NG/1 NO per contactelement) of
– 2 × EF220 /2 NG per contactelement)
EFK Cage-Clamp: contactgegevens op aanvraag
EF 220.1
EF 220.2
11
12
31
21
22
41
EF 303.1
EF 303.2
11
12
31
23
24
43
4.3 Schakelwegen
EF 220.1
EF 220.2
EF 220.3
0
2
6
4
52
52
EFR
EFR
10
10
10 10
a)
EF 220.3
32
51
52
42
61
62
EF 303.3
32
51
52
44
63
64
EF 303.1
EF 303.2
EF 303.3
0
3
6
3
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet het volgende gecontroleerd worden:
• Stevige bevestiging van het gemonteerde apparaat
• Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
• Visuele controle op eventuele beschadiging van het
noodstopbedienorgaan
5.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
• Controle op de stevige bevestiging van het noodstopknop en de
contactelementen
• Verwijdering van stof en vuil
• Controle van de kabelinvoer en de -aansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
• Demontage van contactelement(en) EF...
• Noodstopbedienorgaan EDR bedienen/inklikken en draaien
• Veer (A) tussen de stoter van het bedieningsdeel EDRR en het
veerelement EFR met een schroevendraaier (B) spreiden (zie
tekening). Het bedieningsdeel springt terug in basispositie.
• Veerelement EFR verwijderen, eventueel de bedienkop demonteren.
A
B
6.2 Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
EDRRS40...