NEDERLANDS
• Druk op de toets MENU om het instellingenmenu te openen.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ buttons om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Selecteer de functie met de ENTER-toets.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ om de waarden te wijzigen.
• Druk op de ENTER-toets om de slavemodus te bevestigen.
DMX ADDR
Wordt gebruikt om het gewenste DMX-adres in te stellen.
• Druk in het standaardscherm op de ENTER-toets: het beginadres knippert.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ om het gewenste DMX512-adres te selecteren. Het laatstgebruikte DMX-adres
wordt ook weergegeven: dit maakt het gemakkelijker om het adres van het volgende apparaat in de keten
in te stellen.
• Druk zodra het juiste adres op het scherm wordt weergegeven de ENTER-toets om het op te slaan.
Opmerking: op RDM-compatibele controllers kan deze optie ook op afstand worden ingesteld.
CH. MODE
Wordt gebruikt om de gewenste kanaalmodus in te stellen.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ buttons om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Selecteer de functie met de ENTER-toets.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ om de gewenste modus te selecteren.
• 13CH
Gemakkelijke modus met voorgeprogrammeerde kleuren en effecten
• 29CH
Volledige pixelmodus met 8-bit dimmen.
• 45CH
Volledige pixelmodus met 16-bit dimmen. (grof + fijn per pixel)
• Druk zodra de juiste optie op het scherm wordt aangegeven de toets ENTER om hem op te slaan.
Opmerking: op RDM-compatibele controllers kan deze optie ook op afstand worden ingesteld.
PIXORDER
Wordt gebruikt om de volgorde//nummering van de pixels in te stellen.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ buttons om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Selecteer de functie met de ENTER-toets.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ om de gewenste modus te selecteren. (zie de tekening PIXEL ORDER)
• A(std)
Horizontale installatie, standaardinstelling
• B/180
Horizontale installatie, ondersteboven
• C/+90
Verticale installatie, over +90° gedraaid
• D(-90)
Verticale installatie, over -90° gedraaid
• Druk zodra de juiste optie op het scherm wordt aangegeven de toets ENTER om hem op te slaan.
Opmerking: deze optie kan m.b.v. het DMX-regelkanaal worden overbrugd.
DIMMER CURVE
Wordt gebruikt om de dimmerkromme van de masterdimmer in te stellen.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ buttons om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Selecteer de functie met de ENTER-toets.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ om de gewenste kromme te selecteren:
• Druk zodra u de gewenste kromme hebt de toets ENTER om hem op te slaan.
Opmerking: deze optie kan m.b.v. het DMX-regelkanaal worden overbrugd.
BRITEQ
®
GEBRUIKSAANWIJZING
5/12
BT-NONABEAM