Bediening
Gebruiksduurbeperking
Bediening
De kookplaat bezit een automatische gebruiksduurbeperking. De
ononderbroken gebruiksduur voor elke kookzone is afhankelijk
van de gekozen kookstand (zie tabel).
De voorwaarde is dat tijdens de gebruiksduur de instellingen van
de kookzone niet worden veranderd. Als de gebruiksduurbeper-
king gereageerd heeft, wordt de kookzone uitgeschakeld; er is
een kort signaal te horen en in de aanwijzing verschijnt een H.
De automatische uitschakeling heeft voorrang op de bedrijfs-
duurbeperking, d.w.z. de kookzone wordt pas uitgeschakeld als
de tijd van de automatische uitschakeling is afgelopen (bijv. auto-
matische uitschakeling met 99 minuten en kookstand 9 is moge-
lijk).
Ingestelde
kookstand
1, 2
3, 4
5
6, 7, 8, 9
Andere functies
Als één of meer sensoren langer of tegelijk worden bediend (bijv.
door een per ongeluk op de sensoren geplaatste pan) wordt er
niet geschakeld.
Het symbool
knippert. A.u.b. het voorwerp van de sensoren
verwijderen en de kookplaat weer inschakelen.
50
Gebruiksduurbeperking
in uren
6
5
4
1,5
Tips om energie te besparen
Hier vindt u enkele belangrijke aanwijzingen om zuinig en effi-
ciënt met uw nieuwe kookplaat en het kookservies om te gaan.
• De panbodemdiameter moet even groot zijn als de kook-
zonediameter.
• Bij de aankoop van pannen dient u er rekening mee te houden
dat vaak de bovenste pandiameter wordt vermeld. Die is
meestal groter dan de panbodem.
• Snelkookpannen zijn door de gesloten kookruimte en de over-
druk bijzonder tijdbesparend en zuinig. Door de korte berei-
dingsduur blijven vitamines bewaard.
• Let erop dat er altijd voldoende vloeistof in de snelkookpan is,
want bij een leeggekookte pan kunnen de kookzone en de pan
door oververhitting worden beschadigd.
• Kookpannen indien mogelijk altijd met een passend deksel
sluiten.
• Voor elke te bereiden hoeveelheid de passende pan gebrui-
ken. Een grote, nauwelijks gevulde pan verbruikt veel energie.
Kookstanden
Het verwarmingsvermogen van de kookzones kan in meerdere
standen worden ingesteld. In de tabel vindt u toepassingsvoor-
beelden voor de verschillende standen.
Kookstand
0
UIT-stand, benutting van de restwarmte
Warmhoudfunctie
1-2
Verder koken van kleine hoeveelheden
(laagste vermogen)
3
Doorkoken
4-5
Gaar koken van grote hoeveelheden,
gaar braden van grote stukken
6
Braden, bechamelsaus maken
7-8
Braden
9
Aan de kook brengen, aanbraden,
braden (hoogste vermogen)
Restwarmteweergave
De keramische kookplaat is met een restwarmteweer-
gave H uitgerust.
Zolang de H na het uitschakelen brandt, kan de rest-
warmte worden gebruikt om te smelten en om gerechten warm te
houden.
Na het uitdoven van de letter H kan de kookzone nog heet zijn.
Er bestaat gevaar voor verbranding!
NL
Toepassing