9. Apparaat en manchet reinigen en
opbergen
• Reinig het apparaat en de manchet voorzichtig met alleen
een licht bevochtigde doek.
• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
• Dompel het apparaat en de manchet nooit onder in water,
omdat er anders vocht kan binnendringen, waardoor het
apparaat en de manchet beschadigd kunnen raken.
• Zorg ervoor dat er geen zware voorwerpen op het appa-
raat en de manchet worden geplaatst als u deze opbergt.
Verwijder de batterijen. De manchetslang mag niet wor-
den geknikt.
10. Technische gegevens
Type
SBM 22
Meetmethode
Oscillometrische non-invasieve bloed-
drukmeting op de bovenarm
Meetbereik
Manchetdruk 0-300 mmHg,
systolisch 50-280 mmHg,
diastolisch 30-200 mmHg,
polsslag 40-199 slagen/minuut
Nauwkeurigheid
Systolisch ±3 mmHg,
van de weergave
diastolisch ±3 mmHg,
polsslag ±5% van de weergegeven
waarde
Meetafwijking
Maximaal toelaatbare standaardafwij-
king conform klinische controle:
systolisch 8 mmHg/
diastolisch 8 mmHg
Geheugen
4 x 30 geheugenplaatsen
Afmetingen
L 134 mm x b 103 mm x h 60 mm
Gewicht
Ongeveer 367 g (zonder batterijen, met
manchet)
Manchetgrootte
22 tot 36 cm
Toegestane
+10 °C tot +40 °C, 10% tot 85% rela-
gebruiksomstan-
tieve luchtvochtigheid (niet conden-
digheden
serend)
Toegestane
-20 °C tot +55 °C, 10% tot 90% rela-
omstandigheden
tieve luchtvochtigheid, 800-1050 hPa
voor bewaring
omgevingsdruk
Voeding
4 AA-batterijen van 1,5 V
Levensduur bat-
Voor ca. 300 metingen, afhankelijk
terij
van de hoogte van de bloeddruk of de
oppompdruk
Classificatie
Interne voorziening, IP21, geen AP of
APG, ononderbroken werking, toege-
past deel type BF
Het serienummer staat op het apparaat of in het batterijvak.
15