PAN OFFSET –
aangepast.
1. Houd de ENTER toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de instellingen te wijzigen en druk op ENTER
ter bevestiging. Druk op de MENU toets om het menu te verlaten zonder het wijzigen
van instellingen.
TILT OFFSET –
aangepast.
1. Houd de ENTER toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de instellingen te wijzigen en druk op ENTER
ter bevestiging. Druk op de MENU toets om het menu te verlaten zonder het wijzigen
van instellingen.
Inno Color Beam LED
UNIVERSAL DMX CONTROL: Met deze functie kan een Elation® universele DMX-512
controller of een Show Designer™
bewerken. Met de DMX controller kunnen unieke, op ieders persoonlijke wensen
toegesneden programma's worden gecreëerd.
1. De Inno Color Beam LED heeft 2 DMX kanaalmodi: een 1-kanaal modus en een 13-
kanaal modus. Zie pagina 10 voor een gedetailleerde beschrijving voor het kiezen
van de kanaalmodus.
2. Selecteer de gewenste kanaalmodus en Volg de installatieprocedure van pagina 6 - 8
voor het gebruik van het apparaat in de DMX modus. Volg tevens de
installatieprocedure volgens de specificaties van de DMX controller.
3. Gebruik de faders van de controller om de diverse DMX kanalen te bedienen en zo
een eigen programma te creëren.
4. Volg de instructies van pagina 10 voor het instellen van een DMX adres.
5. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw DMX controller voor hulp of vragen als
apparaat in DMX modus werkt.
6. Gebruik een eindweerstand op het laatste apparaat in de keten bij het gebruik van
langere stukken kabel.
Inno Color Beam LED
MASTER/SLAVE BEDIENING:
verbonden worden en zonder controller functioneren. De apparaten reageren op geluid of
doorlopen een voorgeprogrammeerde show. In de Master/Slave functie stuurt een apparaat
het programma aan en de andere apparaten reageren hierop. Elk willekeurig apparaat kan
zowel Master als Slave zijn.
1. Gebruik standaard XLR DMX kabel, verbind de apparaten met elkaar via de XLR
connector aan de achterkant van de apparaten. De mannelijke XLR connector is de
input en de vrouwelijke XLR connector is de output. Het eerste apparaat in de keten
(Master) gebruikt alleen de vrouwelijke connector. Het laatste apparaat in de keten
gebruikt alleen de mannelijke connector. Indien langere stukken kabel worden
gebruikt is het raadzaam een eindweerstand te gebruiken bij het laatste apparaat.
2. Selecteer op het Master apparaat de gewenste bedieningsmodus.
©American DJ® -
In dit submenu kan de uitgangspositie van de Pan worden
In dit submenu kan de uitgangspositie van de Tilt worden
worden gebruikt om alle afzonderlijke functies te
Met deze functie kunnen tot 16 apparaten met elkaar
www.americandj.eu
– Inno Color Beam LED – Gebruikershandleiding pagina 14
Universele DMX bediening
Master/Slave Configuratie