DATA KABEL (DMX kabel) productvereisten (voor DMX en Master/Slave toepassing):
Fig. 1
OPMERKING: Volg figuur twee en drie, indien u uw eigen kabel maakt. Gebruik de aardlip
van de XLR connector niet. De afscherming van de DMX kabel wordt niet op de aardlip of
op de behuizing van de XLR connector aangesloten. Dit kan kortsluiting veroorzaken of
onberekenbaar functioneren ten gevolge hebben.
EXTRA AANWIJZING: Afsluitweerstand. Indien langere stukken kabel worden gebruikt,
wordt het aanbevolen om een afsluitweerstand te gebruiken op het laatste apparaat teneinde
storingen te voorkomen. Een afsluitweerstand is een 120 Ohm ¼ watt weerstand die is
verbonden tussen pin 2 en 3 van een mannelijke XLR connector (DATA + en DATA -). Deze
afsluitweerstand wordt op de vrouwelijke XLR connector aangesloten van het laatste
apparaat in de DMX keten en dient als eindstop van het circuit. Het gebruik van een
afsluitweerstand verkleint de kans op storingen. (Zie Fig. 4)
©American DJ® -
De VioROLL LED kan via het DMX-512 protocol gestuurd worden.
De VioROLL LED is een 1-kanaal of een 5-kanaal DMX apparaat.
Het DMX adres wordt elektronisch ingevoerd op het zijpaneel van de
VioROLL LED. Zowel het apparaat als de DMX controller moeten
een 3-polige XLR connector voor data-ingang en data-uitgang
hebben (zie fig. 1). Indien u uw eigen kabels maakt dient u erop te
letten 2-aderige afgeschermde kabel te gebruiken (te verkrijgen bij
de professionele licht- en geluidsvakhandel). De kabels moeten
voorzien zijn van een mannelijke en vrouwelijke XLR connector. Let
er ook op dat de DMX kabel in serie en niet parallel wordt
aangesloten.
XLR Pinbezetting
Pin 1 = massa
Pin 2 = - signaal
Pin 3 = + signaal
Een afsluitweerstand verkleint de kans op signaalstoringen
en voorkomt interferentie- en signaaloverdrachtproblemen.
Het is altijd raadzaam een DMX afsluitweerstand (120 Ohm
/ ¼W) tussen Pin 2 (DMX-) en Pin 3 (DMX+) van het laatste
apparaat in de DMX keten aan te sluiten.
www.americandj.eu
– VioROLL LED – Gebruikershandleiding pagina 7
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4