ONDERHOUD
Batterijen
De rookmelder wordt gevoed door vier 1,5V AAA alkalinebatterijen. Afhankelijk van het gebruik
hebben de batterijen een gemiddelde levensduur van 2-4 jaar. De rookmelder geeft zelf aan
wanneer de batterijen bijna leeg zijn. Als de batterij nog ongeveer een maand voeding heeft krijg je
de volgende meldingen wanneer je de WoonVeilig Beveiligingsdienst hebt:
1.
Het statuslampje op de rookmelder begint rood te knipperen en de rookmelder geeft iedere 30
seconden een zachte pieptoon.
2.
In je WoonVeilig account vind je onder het tabblad "Alarmmeldingen" de melding "Batterij bijna
leeg".
3.
Per sms, telefonisch of per e-mail ontvang je eenmalig een waarschuwing.
4.
Op de huiscentrale brandt het middelste lampje (Alarm) geel. Nadat de batterijen zijn
vervangen zal de huiscentrale weer in de normale status terugkeren.
Heb je de WoonVeilig Basisdienst dan ontvang je wanneer de batterijen bijna leeg zijn de volgende
mededeling:
1.
Het statuslampje op de rookmelder begint rood te knipperen.
2.
Op de huiscentrale knippert het lampje "Status" rood/groen. Nadat de batterij is vervangen zal
de huiscentrale weer in de normale status terugkeren.
Batterijen vervangen
1.
Controleer of het alarm is uitgeschakeld.
2.
Draai de rookmelder los van de montagesteun door de rookmelder tegen de klok in te draaien.
3.
Verwijder de lege batterijen en vervang ze door vier nieuwe 1,5V AAA alkalinebatterijen. Let op
de juiste positie van de polen. Als de batterijen correct zijn geplaatst, hoor je 2 pieptonen en
zal het statuslampje ongeveer 15 minuten knipperen.
4.
Draai de rookmelder vast op de montagesteun door de rookmelder met de wijzers van de klok
mee te draaien.
Let op! Iedere keer dat je de batterijen verwijdert en terugplaatst, start de rookmelder automatisch
het initialisatieproces.
4