0308-7204-00(10Y29)_NL_AJAX_092011.qxd:_
2011.9.20
4:27 P
5.ONGEWENST ALARM
Rookmelders zijn ontworpen voor zo min mogelijk overlast. Het alarm gaat meestal
niet af door sigarettenrook, tenzij de rook direct in de rookmelder geblazen wordt.
Verbrandingsdeeltjes die bij koken vrijkomen kunnen het alarm activeren als het zich
dicht bij het fornuis bevindt. Er komen grote hoeveelheden verbrandingsdeeltjes vrij bij
het overkoken of bij het bakken. Gebruik van een afzuigkap die naar buiten is
afgeleid (niet hercirculerend) helpt ook om deze verbrandingsproducten weg te voeren
uit de keuken.
Dit model 10Y29 is uitgerust met een HUSH
-functie die bijzonder nuttig is in
TM
ruimten die gevoelig zijn voor alarmoverlast. Voor meer informatie zie hoofdstuk 4:
werking en testen.
Als het alarm afgaat, moet u eerst naar brand zoeken. Als er brand is, moet u naar
buiten gaan en de brandweer bellen. Als er geen brand is, moet u controleren of één
van de redenen in hoofdstuk 2 de oorzaak van de activering geweest is.
6 ONDERHOUD
IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE BATTERIJ
LET OP: een Lithium-Ion-batterij, die permanent is verzegeld binnen de rookmelder,
voedt deze eenheid; er hoeft geen batterij te worden geplaatst of vervangen tijdens
de levensduur van de rookmelder.
WAARSCHUWING! PROBEER NIET OM DE ROOKMELDER OM WAT VOOR
REDEN DAN OOK TE OPENEN!
Om de rookmelder te activeren, bevestigt u de rookmelder op de montageplaat door
deze in de richting van de pijltjes op het deksel te draaien, zie rookmelder activeren in
hoofdstuk 3 (installatie-instructies).
Deze rookmelder heeft een bewakingscircuit voor een bijna lege batterij, zodat de
rookmelder elke 60 seconden gaat "tsjirpen" (met een rood ledje dat elke 30
seconden knippert), gedurende een minimum van 30 dagen aan het einde van de
levensduur van de rookmelder, om zo aan te geven dat de rookmelder moet worden
vervangen. Voorafgaande aan het tsjirp-geluid voor een bijna lege batterij, knippert
het ledje elke 30 seconden twee maal gedurende een periode van 30 dagen. Het doel
hiervan is om de gebruiker te waarschuwen dat de batterij van de rookmelder bijna
leeg is en de rookmelder kan worden vervangen wanneer het de gebruiker uitkomt
(d.w.z. het vervelende tsjirpen kan worden vermeden).
Om de rookmelder uit te schakelen, moet de rookmelder van de montageplaat
worden verwijderd door de rookmelder in de richting van de pijltjes op het deksel van
de rookmelder te draaien. LET OP: antisabotagefunctie in hoofdstuk 3 (installatie-
instructies). Hier wordt uitgelegd hoe u de rookmelder van de montageplaat moet
verwijderen.
VERWIJDER DE MELDER NIET VOOR HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR VAN DE
MELDER.(DE MELDER GEEFT ELKE 60 SECONDEN EEN "TSJIRP"-GELUID)
.