* Starten/stoppen ontdooicyclus.
De ontdooicyclus wordt automatisch gestart en gestopt via interne parameters.
Stoppen:
W ordt er ontdooid, dan kan de ontdooiing handmatig worden gestopt door tegelijk op de
D OW N en de UP toets te drukk en.
Starten:
W ordt er niet ontdooid, dan kan de ontdooiing m et de han d wo rden ges tart door teg elijk
op de D OW N en de UP toets te drukken.
* Instelling interne parameters.
Naast het instellen van het setpoint zijn er een aantal interne instellingen mogelijk zoals de differenties,
voeler-offsets, setpointbereik, compressor instellingen, ventilator instellingen en de ontdooi instellingen.
Door de D OW N toets langer dan 10 seconde in te drukken, komt men in het 'interne programm ering
m enu'. In het linkse display gaan het onderste en bovenste segment knipperen. Via de UP en D OW N
toetsen kan nu de gew enste param eter worden ge selecteerd (zie tabel voor de param eters).
W anneer de gewenste parameter geselecteerd is, kan door op de SET toets te drukken de waarde van
de parameter worden uitgelezen. Door nu op de UP en D OW N toetsen te drukken kan de parameter
worden veranderd.
Als na 20 seconden geen toets is ingedrukt, zal de ALFA 75 weer naar de normale bedieningsstand
terugspringen.
* Afregeling voeler.
De rege lvoe ler wordt afgerege ld met beh ulp van de O ffset regel voeler (param eter 05).
De ontdooivoeler wordt afgerege ld met beh ulp van de O ffset ontdooi voeler (param eter 07).
Voor he t uitlezen van de ontdooisensor temperatuur wordt parameter 06 gekozen.
W ijst een voeler van de ALFA 75 b.v. 2 C te veel aan, dan moet de desbetreffende Voeler Offset met
2 C verlaagd worden.
* Foutmeldingen.
In het display van de ALFA 75 kunnen de volgende foutmeldingen verschijnen:
LO
- Minimu m alarm.
HI
- Maxim um alarm.
E1
- Re gelvo eler defect.
E2
- Ontdo oivoe ler defect.
Oplossing E1/E2:
EEE - Instellingen zijn verloren gegaan.
Oplossing EEE:
-L-
- In het geval van een kortgesloten voeler zal het display afwisselend de foutcode E.. en
-L- weergeve n, ter indicatie van een kortges loten voeler.
-H-
- In het geval van een onderbroken voeler zal het display afwisselend de foutcode E.. en
-H- weergeve n, ter indicatie van een onde rbroken voeler.
* Werking Alarm.
Als er een foutmelding of alarm optreedt kom t er een foutcode melding in het display. De ALFA 75
onthoud de sto ringsm elding, ook a l is deze inmiddels opgelost. De storingsmelding is te resetten met
de SET toets. Als na het indrukken van de SET toets (=resetten alarm) het alarm nog niet opgelost
is, geeft de ALFA 75 afwisselend de temperatuur en de foutcode weer, is het alarm wel opgelost dan
verdwijnt de foutcode en wordt weer de temperatuur weergegeven.
- Controleer of voeler goed is aangesloten.
- Controleer voeler (1000 /25 C).
- Verva ng voe ler.
- Instellingen opnieuw inprogramm eren.
2