c
Houd de papiergeleider voor de breedte a met
beide handen voorzichtig ingedrukt en stel
deze af op het papierformaat. Doe vervolgens
hetzelfde met de papiergeleiders voor de
lengte b.
Zorg ervoor dat de driehoekjes c op de
papiergeleiders voor de breedte a en de
lengte b op gelijke hoogte met de aanduiding
voor het gebruikte papierformaat staan.
d
Waaier de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of scheef
wordt ingevoerd.
Opmerking
Controleer altijd of het papier niet gekruld of
gekreukeld is.
1
3
2
3
e
Plaats het papier met de afdrukzijde omlaag en
de bovenste rand eerst voorzichtig in de
papierlade. Controleer of het papier plat in de
lade ligt.
Belangrijk
Let erop dat u het papier niet te ver in de lade
plaatst; het kan achter in de lade omhoog komen
waardoor papier vast kan komen te zitten.
f
Pas de papiergeleiders met beide handen
voorzichtig aan het papier aan. Controleer of
de papiergeleiders voor de breedte de
papierranden raken.
g
Sluit het deksel van de uitvoerlade.
h
Duw de papierlade langzaam volledig in de
machine.
i
Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt u de
papiersteun a uit tot u een klik hoort en
vervolgens vouwt u de papiersteunklep b uit.
2
1
3