NEDERLANDS
Om het systeem in te stellen moet u eerst iedere ontvanger toewijzen aan het universum (de zender)
waarmee deze moet werken.
ZEER BELANGRIJKE INFORMATIE VÓÓR INGEBRUIKNAME
Voordat u deze draadloze DMX toestellen in gebruik neemt, dient u de volgende algemene informatie te
lezen. Het zal u veel tijd en frustraties besparen:
• Sluit een DMX-sturing (ingeschakeld) aan op de zender alvorens te synchroniseren met ontvangers.
• Controleer de informatie van de [ID-SET]-toets (11) en status led (14).
o Status LED (14) WIT : (RGB LEDs branden) toestel is in installatiemodus of is niet met een zender
verbonden.
o Status LED (14) BLAUW : toestel is in ZENDER-modus en geconnecteerd met één of meerdere
ontvangers.
o Status LED (14) BLAUW (knippert snel) : toestel (zender) is aan het connecteren met ontvanger(s).
o Status LED (14) BLAUW (knippert traag) : er is geen DMX-signaal op de zender aanwezig.
o Status LED (14) GROEN : toestel is verbonden met een zender.
o Status LED (14) GROEN (knippert traag) : toestel ontvangt geen DMX-signaal van de zender.
• Een ontvanger kan allen een verbinding met een zender maken als deze met geen enkele andere zender
is verbonden: status led (14) is WIT (RGB LEDs branden).
INSTELLEN IN ZENDERMODUS (LED = BLAUW)
• Houd de toets [ID] (11) tijdens het opstarten van het DRAADLOZE gedeelte van de ACCU-COMPACT
projector ingedrukt door op de overeenkomstige toets (12) te drukken. De status LED (14) wordt
kortstondig WIT (RGB LEDs branden), en wordt dan BLAUW, ROOD of GROEN (de laatst geselecteerde
modus).
• Kies BLAUW door kort op de [ID]-toets (11) te drukken.
• Druk, zodra BLAUW is geselecteerd, gedurende 3 seconden op de [ID]-toets (11) om de zendermodus te
bevestigen.
• De status LED wordt wit (RGB LEDs branden) en wordt na enkele seconden BLAUW (knippert als er geen
DMX-signaal aanwezig is).
• Het toestel bevindt zich nu in zendermodus.
INSTELLEN IN ONTVANGERMODUS (LED = GROEN)
• Houd de toets [ID] (11) tijdens het opstarten van het DRAADLOZE gedeelte van de ACCU-COMPACT
projector ingedrukt door op de overeenkomstige toets (12) te drukken. De status LED (14) wordt
kortstondig WIT (RGB LEDs branden), en wordt dan BLAUW, ROOD of GROEN (de laatst geselecteerde
modus).
• Kies GROEN door kort op de [ID]-toets (11) te drukken.
• Druk, zodra GROEN is geselecteerd, gedurende 3 seconden op de [ID]-toets (11) om de ontvangermodus
te bevestigen.
• De status LED zal wit (RGB LEDs branden) en na enkele seconden ROOD (snel knipperend indien er geen
DMX-signaal aanwezig is) of GROEN (wanneer de ontvanger is gekoppeld met een zender) worden.
• Het toestel bevindt zich nu in ontvangermodus.
• Ontkoppel de ontvanger van een universum (zender) door de [ID]-toets (11) 5 seconden ingedrukt te
houden. De status led wordt nu WIT (RGB LEDs branden). Het toestel kan nu gekoppeld worden met een
zender.
ZENDER EN ONTVANGER(S) KOPPELEN
Allereerst, bereid de zender en ontvanger(s) voor zoals beschreven hierboven.
Om uw ontvanger(s) met een specifieke zender te verbinden:
a) Zorg ervoor dat de aan te sluiten ontvangers niet aan een andere zender gekoppeld zijn: de statusled
(14) op deze ontvangers moet WIT zijn (RGB LED's branden).
b) Druk kort op de [ID] knop (11) van de zender; de statusled (14) op zowel de zender (BLAUW) als de
ontvangers (GROEN) begint te knipperen.
c) Wacht tot het knipperen stopt: de ontvangers zijn nu aan de zender gekoppeld.
d) Controleer of de verbinding correct tot stand is gekomen: druk nogmaals op de [ID] knop (13) op de
zender, de statusled (14) op alle gekoppelde ontvangers begint te knipperen. Ontvangers gekoppeld
aan een andere zender zullen niet knipperen.
JB Systems
®
8/12
GEBRUIKSAANWIJZING
ACCU-COMPACT