Performer 2500 Fresnel Q6
5.3.4. DMX-koppeling
Ga als volgt te werk om meerdere apparaten aan te sluiten op één DMX-datalink.
01) Gebruik een 5-polige DMX-kabel om de DMX OUT-aansluiting van de controller te verbinden met de
DMX IN-aansluiting van het eerste apparaat.
02) Verbind de DMX OUT-aansluiting van het eerste apparaat met de DMX IN-aansluiting van het
tweede apparaat met een
5-polige DMX-kabel.
03) Herhaal stap 2 om alle apparaten in serie met elkaar te verbinden, zoals te zien in afbeelding 14.
04) Steek een DMX-eindplug (weerstand 120 Ω) in de DMX OUT-aansluiting van het laatste apparaat in
de datalink.
5.3.5. DMX-adrestoewijzing
Bij een opstelling met meerdere apparaten moet u het DMX-startadres van elk apparaat goed instellen.
De Performer 2500 Fresnel Q6 heeft 7 personality's: 3, 6, 7, 9, 10, 13 en 20 kanalen.
Ga als volgt te werk om meerdere apparaten aan te sluiten op één datalink en ze bijvoorbeeld in 20-
kanaalsmodus te gebruiken:
01) Stel het startadres van het eerste apparaat in de datalink in op 1 (001).
02) Stel het startadres van het tweede apparaat in de datalink in op 21 (021), want 1 + 20 = 21.
03) Stel het startadres van het derde apparaat in de datalink in op 41 (041), want 21 + 20 = 41.
04) Stel het startadres van de overige apparaten in door steeds 20 op te tellen bij het vorige getal.
Zorg dat de kanalen elkaar niet overlappen om elke Performer 2500 Fresnel Q6 correct te kunnen
aansturen. Als twee of meer apparaten hetzelfde adres hebben, zullen deze hetzelfde werken.
Productcode: 33140
21
Afb. 14