Feedback potentiometer R0
▷ De potentiometer moet als spanningsdeler wor-
den geëvalueerd. Tussen U - en U
tieverandering van de potentiometerarm (komt
overeen met de positie van de aandrijving) als
veranderlijke spanning gemeten worden.
▷ Andere schakelingen leiden tot onnauwkeurige
en niet langdurig stabiele of reproduceerbare
meetresultaten en hebben een nadelige invloed
op de levensduur van de feedback potentiometer.
▷ Na het instellen van de schakelnokken stelt de
potentiometer zich via de geïntegreerde slipkop-
peling automatisch op het verplaatsingstraject in.
▷ Het beschikbare bereik is van de instelling van
de schakelnokken SL en SR afhankelijk.
100%
50%
0
In bedrijf stellen
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de stelaandrijving niet
beschadigd raakt, moet er op het volgende gelet
worden:
–
Overbelasten en blokkeren van de aandrijving
vermijden.
–
Toewijzing van de schakelnokken: draairichting
in acht nemen, zie pagina 4 (Bedraden).
Fabrieksmatige instelling
▷ Schakelnok SR = minimale openingshoek: in-
gesteld op 0° tot 5°.
▷ Schakelnok SL = maximale openingshoek: in-
gesteld op 85° tot 90°.
▷ Schakelnok S1 = tussenpositie: ingesteld op
45° ± 10°.
Handbedrijf maakt het instellen eenvoudiger
▷ Posities in het bereik voor min. capaciteit kunnen
precies afgesteld worden.
▷ Er staat spanning op klem T+.
▷ Om van automatisch bedrijf naar handbedrijf
over te schakelen, de rode schuifschakelaar
gebruiken.
LSW1 SW2R
kan de posi-
M
90
AUTO
MANU
▷ Nu kan met de toetsen de aandrijving handmatig
verplaatst worden.
LSW1 = min. openingshoek, aandrijving ver-
plaatst linksom,
SW2R = max. openingshoek, aandrijving ver-
plaatst rechtsom.
▷ De schakelnokken kunnen zoals boven beschre-
ven ingesteld worden.
▷ Wanneer het instellen van de schakelnokken
afgesloten is, de schuifschakelaar op automa-
tisch bedrijf zetten.
Schakelnok SR instellen (AUTO)
▷ Met de schakelnok SR wordt de maximale ope-
ningshoek ingesteld.
Spanning op klem – en +R geven.
▷ De aandrijving verplaatst rechtsom.
Spanning uitschakelen, wanneer de gewenste
positie bereikt is.
▷ In elke schakelnok bevinden zich twee boringen,
die voor de instelling gebruikt worden.
Met de bijgevoegde inbussleutel het tapeind in
de grotere boring van nok SR met ca. 2 omwen-
telingen losdraaien.
SL
SR
S1
▷ Nu is de schakelnok draaibaar.
4 De inbussleutel in de kleinere boring aanbrengen
en als hefboom gebruiken.
SL
SR
S1
5 Schakelnok SR in draairichting van de drijfas zo
ver draaien, tot het contact schakelt.
6 De tapeinden vastschroeven om de positie van
de schakelnok SR te fixeren.
7 De inbussleutel verwijderen.
NL-5