Parallel gestropt
Broek/mandje
Meersprongen
Opslag
Indien u één van bovenstaande problemen constateert of twijfel hebt over mogelijke onveilige
situaties neem dan direct contact op met uw leverancier, direct verantwoordelijke of werkgever.
Deze gebruiksaanwijzing bestaat uit 10 pagina's
v1.2019-04 – 20150-60
Wanneer meerdere hijsgereedschappen worden gestropt om één
last, moet erop gelet worden dat door het stroppen geen torsie op
de last ontstaat. Er moet dus parallel worden gestropt. Ook dient
te worden gecontroleerd of de opening van elke strop zich tot een
buitenhoek van 60° kan instellen.
Bij dubbel gebruik, 'in de broek' of 'in het mandje', wordt het
hijsgereedschap onder de last doorgevoerd en met beide einden in
de lasthaak gehangen. In het algemeen wordt deze wijze van
aanslaan met twee stroppen paarsgewijs uitgevoerd. Deze
methode is ongeschikt voor losse bundels.
Bij meersprongen wordt ervan uitgegaan dat alle parten worden
gebruikt. In de praktijk komen ook situaties voor waarbij dit niet
het geval is, bijvoorbeeld van een viersprong worden slechts twee
parten gebruikt. De WLL moet in die gevallen worden
gereduceerd. De parten die niet worden gebruikt, mogen niet los
blijven hangen, omdat dit het gevaar voor ongewild vasthaken
veroorzaakt. Door de niet gebruikte haken in de topschalm te
hangen is dit gevaar te voorkomen.
Bij het aanslaan van meersprongen moeten de haken steeds met
de punt naar buiten wijzen.
Bij het gebruik van meersprongen (geheel of gedeeltelijk) speelt
de symmetrie van de belasting een belangrijke rol. Een en ander
is afhankelijk van de lengte per part in combinatie met het
zwaartepunt van de last.
Als bij meersprongen de afzonderlijke parten onder verschillende
buitenhoeken staan, treedt de grootste belasting op in het part
met de kleinste buitenhoek. Is de buitenhoek van een part 0° dan
hangt de gehele last in dat ene loodrechte part.
Als bij meersprongen de last minder dan 80% van de WLL van het
hijsgereedschap bedraagt en de buitenhoek kleiner is dan 15° bij
drie- en viersprongen en de binnenhoeken onderling niet meer
dan 15° verschillen, dan kan de belasting als symmetrisch worden
beschouwd. Is aan een of meer van deze voorwaarden niet
voldaan, dan is de belasting als asymmetrisch te beschouwen en
moet de WLL met 50% worden gereduceerd.
Hijsgereedschap
Hijsgereedschappen dienen na gebruik te worden gereinigd en
onderhouden (zie hoofdstuk 4) en op een geschikte (vlakke)
plaats te worden opgeslagen. De ruimte waarin zij worden op-
geslagen, dient goed geventileerd, droog en niet te warm te zijn.
Uitvalbeveiliging (ketting)
Kettingen dienen tegen corrosie te worden beschermd als zij voor
langere tijd niet worden gebruikt. Bij verontreiniging met sterk
slijtageverhogende stoffen (bijv. zand) moeten deze met zoet
water worden afgespoeld. Indien nodig dienen zij daarna opnieuw
tegen corrosie te worden beschermd.
Uitvalbeveiliging (net)
Netten dienen vrij worden gehouden van hete leidingen en van
chemicaliën. Opslag moet donker en droog gebeuren. Netten die
door het gebruik vervuild zijn moeten eerst grondig met water
gereinigd worden. Voordat ze daarna opgeslagen worden, is het
zaak ze eerst goed te laten drogen.
√
√
√
P a g i n a | - 5 -