Druk tijdens de meting de knop (8) in om de laatste bewerking ongedaan te maken of de gemeten waarden
te wissen.
Referentieniveau afstellen
Druk de knop
(4) in om het referentiepunt tussen voor- en achterkant van het apparaat te schakelen.
Tijdens het wijzigen van het referentiepunt is een kort geluid hoorbaar.
De standaardinstelling van het referentiepunt is de achterkant van het apparaat. Telkens wanneer de
voeding van het apparaat wordt uitgeschakeld, wordt het referentiepunt op de standaardwaarde ingesteld,
hetgeen betekent dat na het inschakelen van de voeding het referentiepunt altijd op de achterkant van het
apparaat is ingesteld.
Meeteenheden
Druk lang de knop
(7) in om de meeteenheid te wijzigen tussen m, ft (voeten), in (inches) en ft + in.
6. Uitvoeren van metingen
Enkele afstandsmeting
Druk de knop (1) in om de laser in te schakelen.
Druk opnieuw de knop (1) in om de afstand te meten. De gemeten waarde is direct te zien op het display.
Continue meting (Min / Max)
Druk lang de knop
(1) in om de continue meting te activeren. Op het display wordt de minimale en
maximale gemeten afstand weergegeven.
De laatst gemeten waarde wordt in de samenvattingsregel getoond. Door het indrukken van de knop
(1)
of (8) kan deze functie worden gestopt.
*Deze functie wordt automatisch na 5 vijf minuten van inactiviteit gestopt.