Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Wi-Fi Direct
inschakelen > Aan
• Noteer de naam van Wi-Fi Direct. Ga op het bedieningspaneel
naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Naam Wi-Fi
Direct
• Noteer de toegangscode van Wi-Fi Direct. Ga op het
bedieningspaneel naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Toegangscode
Wi-Fi Direct
•
Opmerking:
U kunt ook de naam en het wachtwoord
voor Wi-Fi Direct configureren.
Voor printermodellen zonder aanraakscherm drukt u op
door de instellingen te navigeren.
V V o o o o r r W W i i n n d d o o w w s s - - g g e e b b r r u u i i k k e e r r s s
1. Open Printers en scanners en klik vervolgens op Een printer of
scanner toevoegen.
2. Klik op Wi-Fi Direct=printers weergeven en selecteer de naam
van de Wi-Fi Direct-printer.
3. Noteer de achtcijferige pincode die op het printerdisplay wordt
weergegeven.
4. Voer de pincode op de computer in.
Opmerking:
Als het printerstuurprogramma nog niet is
geïnstalleerd, wordt het toepasselijke stuurprogramma
gedownload door Windows.
V V o o o o r r M M a a c c i i n n t t o o s s h h - - g g e e b b r r u u i i k k e e r r s s
1. Klik op draadloze pictogram en selecteer de naam van de Wi-Fi
Direct-printer.
Opmerking:
De tekenreeks DIRECT-xy (waarbij x en y twee
willekeurige tekens zijn) wordt toegevoegd vóór de Wi-Fi
Direct-naam.
2. Typ de toegangscode van Wi-Fi Direct.
Opmerking:
Schakel de computer terug naar het vorige
netwerk nadat u de verbinding met Wi-Fi Direct hebt
verbroken.
Papierstoringen verhelpen
P P a a p p i i e e r r s s t t o o r r i i n n g g e e n n v v o o o o r r k k o o m m e e n n
P P a a p p i i e e r r c c o o r r r r e e c c t t p p l l a a a a t t s s e e n n
• Zorg dat het papier vlak in de lade is geplaatst.
Papier is correct geplaatst
om
• Plaats of verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met
afdrukken.
• Plaats niet te veel papier in de printer. Zorg dat de stapel niet
boven de aanduiding voor de maximale hoeveelheid uitkomt.
• Schuif geen papier in de lade. Plaats het papier zoals in de
afbeelding is aangegeven.
• Zorg dat de positie van de papiergeleiders juist is ingesteld en dat
ze niet strak tegen het papier of de enveloppen zijn geplaatst.
• Bij dubbelzijdig afdrukken op A4-formaat moet u het
papierformaat in de duplexeenheid instellen op A4.
• Bij dubbelzijdig afdrukken op het formaat Letter, Legal, Oficio of
Folio moet u het papierformaat in de duplexeenheid instellen op
Letter.
• Duw de lade stevig in de printer nadat u het papier hebt geplaatst.
A A a a n n b b e e v v o o l l e e n n p p a a p p i i e e r r g g e e b b r r u u i i k k e e n n
• Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal.
• Plaats geen papier dat gekreukt, gevouwen, vochtig, gebogen of
kromgetrokken is.
Papier is niet correct
• Buig het papier, waaier het uit en lijn de randen uit voordat u het
in de printer plaatst.
geplaatst
• Gebruik geen papier dat handmatig op maat is gesneden of
geknipt.
• Gebruik nooit verschillende papierformaten, -gewichten of -soorten
in één lade.
• Zorg dat de instellingen voor papierformaat en papiersoort correct
zijn ingesteld op de computer of het bedieningspaneel van de
printer.
• Bewaar het papier volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
L L o o c c a a t t i i e e s s v v a a n n s s t t o o r r i i n n g g e e n n b b e e p p a a l l e e n n
• Als Storingsassistentie is ingesteld op Aan, werpt de printer blanco
pagina's of gedeeltelijk afgedrukte pagina's automatisch uit
nadat een vastgelopen pagina is verwijderd. Kijk of er onbedrukte
pagina's uit de printer komen.
• Als Herstel na storing is ingesteld op Aan of Automatisch, drukt de
printer vastgelopen pagina's opnieuw af.
12