3. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de DMX kanaalmodus te selecteren.
Voor de 4-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.04" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 4-kanaal modus.
Voor de 5-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.05" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 5-kanaal modus.
Voor de 6-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.06" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 6-kanaal modus.
Voor de 10-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat " Ch.10" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 10-kanaal modus.
Voor de 11-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.11" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor 11-kanaal modus.
4. Zie de tabel op pagina 14 t/m 18 voor gedetailleerde beschrijving van de DMX
kenmerken.
5. Na het instellen van een DMX kanaal modus kan het apparaat via de XLR
aansluitingen worden aangesloten op een DMX controller.
DEFAULT RUNNING MODUS (FABRIEKSINSTELLINGEN):
Met deze functie worden alle eerder gemaakte instellingen teruggebracht naar de
fabrieksinstellingen.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"dXX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt "on' of "oFF".
2. Druk op de SET UP toets totdat "dEFA" in het display verschijnt.
3. Druk de UP en DOWN toetsen tegelijkertijd in. Druk op de MODE toets om deze
modus te verlaten.
ADJ RFC AFSTANDSBEDIENING:
Met deze functie kan de ADJ RFC afstandsbediening geactiveerd of gedeactiveerd worden.
Als deze functie is geactiveerd kunnen de functies van het apparaat via de ADJ RFC
bediend worden. Zie hiervoor de uitgebreide beschrijving van de functies op deze pagina.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"dXX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt "on' of "oFF".
2. Druk op de SET UP toets totdat "rFXX" in het display verschijnt. "XX"
vertegenwoordigt "on" of "oF".
3. Druk op de UP of DOWN toetsen om de afstandsbediening te activeren (On) of uit te
schakelen (Off).
WiFLY On/Off:
Met deze functie wordt de Wifly functie in- of uitgeschakeld.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"rCXX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt een nummer tussen 00-14.
2. Druk op de UP of DOWN toetsen om de Wifly functie te activeren (On) of te
deactiveren (Off).
WiFLY ADRESSERING:
Met deze functie wordt het WiFly adres ingesteld. Dit adres dient hetzelfde te zijn als het
ingestelde adres voor de WiFly TransCeiver of de WiFly controller.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk zo vaak op de MODE toets
totdat "rCXX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt een nummer tussen 00
– 14.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de afstandsbediening te activeren (On) of te
deactiveren (Off).
American DJ -
– WiFly QA5 IP – Gebruikershandleiding pagina 13
www.americandj.eu