Gedrag bij noodgevallen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Bij noodgevallen het apparaat scheiden van de netvoeding:
De netstekker van het aansluitkabel uit het stopcontact
verwijderen door de stekker vast te pakken.
3. Sluit een defect apparaat niet opnieuw aan op de
netaansluiting.
Oververhittingsbeveiliging
Het apparaat beschikt over een veiligheidsthermostaat die bij
oververhitting (overschrijden van de bedrijfstemperatuur) van
het apparaat wordt geactiveerd.
Is de veiligheidsthermostaat geactiveerd, wordt het apparaat
uitgeschakeld.
Als het apparaat voldoende is afgekoeld, wordt de verwarming
weer ingeschakeld.
Zoek naar de oorzaak van de oververhitting.
Mocht de veiligheidsthermostaat bij oververhitting niet
schakelen, zal de oververhittingsbeveiliging worden geactiveerd.
Het apparaat wordt dan volledig uitgeschakeld. Neem in dit
geval contact op met de klantendienst, om de
oververhittingsbeveiliging te laten vervangen.
Kantelbeveiliging
Het apparaat heeft een kantelbeveiliging. De kantelbeveiliging is
een veiligheidsinrichting, die brandgevaar bij het onbedoeld
omvallen moet minimaliseren. Het apparaat wordt uitgeschakeld
als het niet meer rechtop staat, bijv. als het wordt omgestoten.
De kantelbeveiliging schakelt het apparaat uit, zodra het enkele
graden uit de verticale positie wordt gekanteld. Zodra het
apparaat weer rechtop op een stevige ondergrond staat, kan het
na enkele seconden normaal worden gebruikt.
Wordt het apparaat weer opgesteld, klinkt een signaal en kan
het apparaat, zoals beschreven in het hoofdstuk bediening,
weer worden uitgeschakeld.
NL
Informatie over het apparaat
Beschrijving van het apparaat
Het apparaat dient voor het leveren van warme lucht in
binnenruimten.
Het apparaat zorgt voor warmte via een elektrisch
verwarmingselement. De lucht in de omgeving van het
verwarmingselement wordt verwarmd. De verwarmde lucht
stijgt op via de luchtuitlaat en komt zo in de ruimte.
Het apparaat heeft een geïntegreerde temperatuursensor, die
het verwarmingsniveau afhankelijk van de actuele en de
gewenste ruimtetemperatuur regelt.
Via het bedieningspaneel kunt u een doeltemperatuurwaarde
tussen 5 °C en 35 °C instellen.
De bediening van het apparaat gebeurt via het bedieningspaneel
op het apparaat of via de meegeleverde infrarood-
afstandsbediening.
Overzicht van het apparaat
8
7
Nr.
Aanduiding
1
Luchtuitlaat
2
Bedieningspaneel
3
Display
4
Netsnoerhouder
5
Aan- / uit-schakelaar
6
Vak voor de afstandsbediening
7
Opstelvoet
8
Afstandsbediening
convector TCH 1500 E
1
2
3
4
5
6
5