Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening

• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
• De ventilator draait bij ontvochtigingsbedrijf permanent,
ook na het bereiken van de ingestelde gewenste waarde,
tot het uitschakelen van het apparaat.
Bedieningselementen
13
14
ON
Lo
Hi
12
11
Nr.
Aanduiding
Betekenis
9
Netschakelaar Apparaat in-, resp. uitschakelen
I = ON
O = OFF
10
LED Full
Wordt bij vol of niet correct geplaatst
condensreservoir weergegeven
11
LED Power
Wordt weergegeven nadat het apparaat
is ingeschakeld
12
Stand Hi
Hoge ventilatorsnelheid actief
13
Keuzeschake-
Ventilatorsnelheid instellen:
laar
Lo = lage ventilatorsnelheid
Hi = hoge ventilatorsnelheid, resp.
wasdroogfunctie
14
Stand Lo
Lage ventilatorsnelheid actief
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
1. Schakel het apparaat in met de netschakelaar (9).
ð De LED Power (11) brandt rood.
2. Draai bij het eerste gebruik van het apparaat de
keuzeschakelaar (13) naar stand Hi (12).
3. Laat het apparaat ca. één uur werken op Hi (12).
4. De keuzeschakelaar (13) naar stand Lo (14) draaien, voor
het handhaven van de actuele ruimteluchtvochtigheid.
NL
9
OFF
Power
Full
10
Bedrijfsmodi instellen
Gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid kan op ieder
moment worden ingesteld.
1. Regel de gewenste luchtvochtigheid, door de
keuzeschakelaar (13) naar een stand tussen Lo en Hi te
draaien.
Ventilatorsnelheid instellen
U kunt op ieder moment kiezen tussen een lage en een hoge
ventilatorsnelheid (wasdroogfunctie).
1. Draai de keuzeschakelaar (13) naar de gewenste
ventilatorsnelheid.
TTK 30 S
Ontvochtiging
Het apparaat draait tot het bereiken van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Daarna schakelt de compressor uit en
draait de ventilator door. Wordt de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid overschreden, schakelt de compressor
weer in.
Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig continubedrijf of onbewaakte ontvochtiging,
moet een geschikte condensafvoerslang worden aangesloten op
het apparaat.
ü Een geschikte slang (diameter: 15 mm) ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. De blindplaat bij de slangaansluiting met een geschikt
gereedschap (bijv. een schroevendraaier) uitbreken.
ð Achter de blindplaat bevindt zich een plug. Deze plug
komt in het gat achter het condensreservoir.
luchtontvochtiger TTK 30 S
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave