Bediening
De projector opstarten
1.
Sluit de voedingskabel aan op de projector en
een stopcontact. Controleer of de
voedingsindicator op de projector oranje
brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
•
Gebruik de originele accessoires (bijv.
voedingskabel) alleen met het apparaat om
mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en
brand, te voorkomen.
•
Als de fucntie Direct inschakelen (in de Geavanceerd menu > Systeeminstll:
Basis)* is geactiveerd, wordt de projector automatisch ingeschakeld nadat het
stroomsnoer is aangesloten en de stroom is aangebracht. Zie
inschakelen" op pagina 56
•
*Er zijn twee menutypes voor uw selectie. De ene is Basis en de andere is
Geavanceerd. Vanuit de Basismenu kunt u Menutype selecteren wanneer de
projector geen inputsignaal heeft. Vanuit de Geavanceerd menu kunt u
Menutype selecteren in het menu Systeeminstll: Basis > Menu-instellingen. Zie
"De menu's gebruiken" op pagina 28
2.
Controleer of de lenskap geopend is. Als
deze gesloten blijft, wordt de dop mogelijk
vervormd door de hitte van de lamp.
3.
Druk op
op ON op de afstandsbediening om de
projector te starten. De
voedingsindicator knippert en blijft groen
als de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 10-20
seconden. In de latere fase van het
opstarten wordt het opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de helderheid van het beeld aan te
passen.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer
90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
4.
Als de projector voor de eerste keer wordt geactiveerd, volgt u de instructies
op het scherm voor het afronden van de configuratie.
5.
Als u een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een
wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie
op pagina 31
6.
Schakel alle aangesloten apparatuur in.
Bediening
24
voor details.
POWER op de projector of
I
I
voor details.
voor details.
"De wachtwoordfunctie gebruiken"
"Direct