Inhoudsopgave
Advertenties
De robot stopt tijdens
zijn maai-cyclus en
geeft een PIEP-signaal.
De robot stopt tijdens
zijn maai-cyclus en
geeft een PIEP-signaal.
De afstandsbediening
werkt niet.
De robot laadt niet op
De robotmaaier gaat
niet terug naar zijn
oplaadstation
De robotmaaier maakt
een fel geluid.
1. De grashoogte is te
laag of te hoog.
2. Het mes heeft een
object geraakt.
3. De robot zit vast.
1. De bumpersensor
heeft een botsing
waargenomen.
2. De hellingshoek van
de robot is groter dan
30°.
1. De batterijen zijn
plat.
2. De
afstandsbediening is
niet gesynchroniseerd
met de robotmaaier.
1. Het oplaadstation is
niet goed aangesloten.
2. Er is een slecht
contact tussen robot
en oplaadstation.
3. De batterijen zijn
kapot.
1. Het oplaadstation is
niet goed opgesteld
(enkele meters rechte
lijn ervoor en vlakke
positie)
1. Eén van de messen
is beschadigd of los.
2. Technisch probleem
met het apparaat.
3. Het gras is te hoog
en blokkeerd de
motoren.
1. De hoogte van het mes
aanpassen
2. Verwijder alle objecten
rond het mes van de
maaier.
3. Verwijder alle objecten
rond de robotmaaier
1. Plaats de robot op een
vlak stuk grond en herstart.
1. Verander de batterijen
2. Voer een synchronisatie
uit (zie in deze handleiding)
1. Controleer of het
oplaadstation goed
opgesteld en aangesloten
is.
2. Controleer of de
contactpunten van de
robot goed tegen contact
maken met het
oplaadstation.
3. Controleer de
ROBOgarden technische
afdeling voor nieuwe
batterijen
service@robogarden.be
1. Verplaats het
oplaadstation zodat het
vlak staat en minimum
2,5m rechte lijn ervoor
heeft.
1. Maak de messen schoon
of vervang ze.
2. Contacteer de
ROBOgarden technische
afdeling
service@robogarden.be
3. Pas de maaihoogte aan
- 30 -
Advertenties
Inhoudsopgave
