Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dell OptiPlex 780 Onderhoudshandleiding pagina 17

Verberg thumbnails Zie ook voor OptiPlex 780:
Inhoudsopgave

Advertenties

Date/Time
De systeemdatum en -tijd. Wijzigingen van de systeemdatum en -tijd worden direct uitgevoerd.
(Datum/tijd)
Boot sequence
De volgorde waarin de computer naar een besturingssysteem zoekt op de apparaten die zijn opgegeven in de lijst.
(Opstartvolgorde)
Onboard or USB Floppy (Geïntegreerd of USB-diskettestation)
HDD (Vaste schijf) (het model van de schijf in het systeem)
Onboard or USB CD-Rom Drive (Geïntegreerd of USB-cd-romstation)
USB Device (USB-apparaat)
Schijven en stations
Diskette drive
Dit veld bepaalt hoe het BIOS de diskettestations configureert; besturingssystemen met USB-ondersteuning herkennen USB-
(Diskettestation)
diskettestations zonder rekening te houden met deze instelling:
De setup-optie "USB-controller" heeft gevolgen voor de werking van het diskettestation.
SATA Operation (SATA-
configureert de bewerkingsmodus van de geïntegreerde vaste-schijfcontroller.
bediening)
De Legacy-modus zorgt voor compatibiliteit met sommige oudere besturingssystemen die geen ondersteuning bieden voor
systeemeigen bronnen die zijn toegewezen aan de controller van een diskettestation.
De RAID-modus is niet compatibel met ImageServer. Schakel de RAID-modus uit als u ImageServer inschakelt.
S.M.A.R.T. Reporting
Dit veld bepaalt of vaste-schijffouten voor geïntegreerde stations tijdens het opstarten van het systeem worden gemeld. Deze
(S.M.A.R.T.-rapportage)
technologie is deel van de SMART (Self Monitoring Analysis and Reporting Technology) specificatie.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Drives (Schijven en
Hiermee schakelt u de SATA- of ATA-schijven en -stations die op het moederbord zijn aangesloten, in of uit.
stations)
Systeemconfiguratie
Integrated NIC (NIC op kaart)
USB for Flex Bay (USB voor Flex
Bay)
USB Controller (USB-controller)
Parallel Port (Parallelle poort)
Parallel Port Address (Adres van
parallelle poort)
Serial Port #1 (Seriële poort 1)
Serial Port #2 (Seriële poort 2)
Disable - All Floppy drive are disable (Uitschakelen - Alle diskettestations zijn uitgeschakeld).
Enable - All floppy drive are enable (Inschakelen - Alle diskettestations zijn ingeschakeld).
RAID Autodetect / AHCI = RAID voor ondertekende stations, anders AHCI.
RAID Autodetect / ATA = RAID voor ondertekende stations, anders ATA.
RAID On / ATA (RAID ingeschakeld / ATA) = SATA wordt geconfigureerd voor RAID bij het opstarten.
Legacy = De vaste-schijfcontroller wordt geconfigureerd voor de legacy-modus.
Hiermee schakelt u de geïntegreerde netwerkkaart in of uit. U kunt de geïntegreerde netwerkkaart als volgt instellen:
Disable (Uitschakelen)
Enable (Inschakelen) (standaardinstelling)
Enable with PXE (Inschakelen met PXE)
Enable with ImageServer (Inschakelen met ImageServer)
ImageServer is niet compatible met de RAID-modus. Schakel de RAID-modus uit als u ImageServer inschakelt.
PXE is uitsluitend nodig als u een besturingssysteem op een server wilt opstarten, niet als u een besturingssysteem wilt
opstarten dat op een vaste schijf van dit systeem staat.
Dit veld schakelt het interne USB for Flex Bay in en uit; de volgende instellingen zijn beschikbaar:
Disable (Uitschakelen) - Intern USB for Flex Bay is uitgeschakeld.
Enable (Inschakelen) - Intern USB for Flex Bay is uitgeschakeld.
No Boot (Niet opstarten) - Intern USB voor Flex Bay is ingeschakeld, maar opstarten is niet mogelijk.
(standaardinstelling)
Hiermee schakelt u de geïntegreerde USB-controller in of uit. U kunt de USB-controller als volgt instellen:
Enable (Inschakelen) (standaardinstelling)
Disable (Uitschakelen)
No boot (Niet opstarten)
Besturingssystemen met USB-ondersteuning herkennen USB-opslagapparaten.
Hier worden de instellingen van de parallelle poort opgegeven en gedefinieerd. U kunt de parallelle poort als volgt instellen:
Disable (Uitschakelen)
AT
PS/2 (standaardinstelling)
EPP
ECP No DMA
ECP DMA 1
ECP DMA 3
Hiermee stelt u het basis-I/O-adres in van de geïntegreerde parallelle poort.
Hier worden de instellingen van de seriële poort opgegeven en gedefinieerd. U kunt de seriële poort als volgt instellen:
Disable (Uitschakelen)
Auto (Automatisch) (standaardinstelling)
COM1
COM3
Het besturingssysteem kan bronnen toewijzen, zelfs als de instelling is uitgeschakeld.
Hier worden de instellingen van de seriële poort opgegeven en gedefinieerd. U kunt de seriële poort als volgt instellen:
Disable (Uitschakelen)
Auto (Automatisch) (standaardinstelling)
COM2
COM4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave