1. Om het omhulsel van de automaat te reinigen (1), gebruik een vochtige doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
2. Na ieder gebruik:
Til de lekbak (7) iets op en verwijder hem uit het apparaat
-
Reinig de onderdelen A, B en 6 met lauw water en normale afwasmiddel
-
Verwijder het water uit de watertank (5), spoel en droog de watertank.
-
Reinig de onderdelen A, B, 6 en de watertank (5) niet in de vaatwasser.
3. Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, zorg ervoor dat de automaat en de
onderdelen volledig droog zijn.
Voordat u de automaat gaat schoonmaken, dient u altijd eerst de stekker uit het stopcontact
te halen. Dompel het omhulsel van het apparaat (1) nooit in water of andere vloeistoffen,
noch was dit onderdeel in de vaatwasmachine. Het is verboden om enig onderdeel van het
apparaat drogen in een conventionele oven en/of magnetron.
1. Verwijder de watertank (5) door deze naar buiten te duwen en op te tillen
2. Open de klep
3. Haal de water kalkfilter (8) uit de watertank en vervang deze door een nieuwe.
Rekening mee houden:
Vervang de filter ongeveer elke 6 maanden.
Hoe het apparaat schoon te maken (fig. H)
het vervangen van het water kalkfilter