3 Montage
De meest gunstige montageplaats is meestal op een
binnenwand in de huiskamer op een hoogte van ca. 1,5 m.
Daar moet de afstandsbediening de circulerende lucht in
de kamer kunnen detecteren, niet gehinderd door
meubels, gordijnen of andere voorwerpen. De
montageplaats moet zo worden gekozen, dat noch trek
van deuren of ramen noch warmtebronnen zoals
radiatoren, open haard, TV-toestel of zonnestralen de
afstandsbediening direct kunnen beïnvloeden. In de kamer
waarin de afstandsbediening is aangebracht, moeten alle
radiatorkranen helemaal geopend zijn, wanneer de
binnencompensatie geactiveerd is.
3.2
Afstandsbediening monteren
De aansluiting met het CV-systeem geschiedt via een
2- aderige busleiding (eBus). Het is praktisch om de
elektrische leidingen naar de thermostaat al vóór het
aanbrengen van de afstandsbediening te leggen.
• Boor twee bevestigingsgaten (3) met een diameter van
6 mm overeenkomstig afb. 3.1 en plaats de
meegeleverde pluggen.
• Leid de aansluitkabel door de kabeldoorvoer (4).
• Bevestig de wandsokkel met de beide meegeleverde
schroeven aan de wand.
18
3
Afb. 3.1 Montage als afstandsbediening
• Sluit de aansluitkabel aan zoals in afb. 4.1.
• Plaats de afstandsbediening (1) zodanig op de
wandsokkel, dat de pennen aan de achterkant van het
bovenste gedeelte in de openingen (2) passen.
• Druk de afstandsbediening op de wandsokkel totdat
deze vastklikt.
Installatiehandleiding afstandsbediening VR 90
1
2
4