Tips voor bediening en
gebruik
De juiste maaihoogte-instelling kiezen
voor de omstandigheden
Verwijder bij het maaien ongeveer 2,5 cm of niet
meer dan 1/3 van de lengte van de grassprieten.
Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u wellicht de
maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten of de
machine in de zijuitworp- of opvangmodus zetten.
Maaien in extreme omstandigheden
Om het gras goed te maaien en het maaisel fijn te
maken in de maaikast is lucht nodig; zet de maaihoogte
dus niet te laag en zorg ervoor dat de maaikast niet
helemaal door ongemaaid gras omgeven is. Probeer
altijd één zijkant van de machine vrij van ongemaaid
gras te houden, zodat lucht kan worden aangezogen.
Als u begint te maaien door het midden van een
ongemaaid gebied, moet u langzaam rijden en achteruit
rijden als het maaidek verstopt raakt.
Maai met correcte tussenpozen
In normale omstandigheden moet u om de 4–5 dagen
uw gazon maaien. Houd er echter rekening mee dat
gras niet het hele jaar door even snel groeit. Om
dezelfde maaihoogte aan te houden, iets wat wij sterk
aanbevelen, moet u daarom in het vroege voorjaar
vaker maaien en als het gras midden in de zomer
minder snel groeit, moet u slechts om de 8–10 dagen
maaien. Als u gedurende een langere periode niet
kunt maaien door de weersomstandigheden of om
andere redenen, moet u de machine in de zijuitworp-
of opvangmodus gebruiken of eerst op een hoge
maaistand zetten; vervolgens 2–3 dagen later met een
lagere maaihoogte-instelling maaien.
Maai altijd met scherpe messen
Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken
of scheuren, zoals een bot mes wel zou doen. Als het
gras inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt het
bruin aan de punten, waardoor het gras minder goed
groeit en vatbaarder wordt voor ziekten.
Reiniging na gebruik
Om optimale resultaten te waarborgen, moet de
onderkant van de maaikast worden gereinigd. Als zich
grasresten kunnen ophopen op de maaikast, zullen de
maairesultaten verslechteren.
6