Knauf Aquapanel
Verwerking - plafonds
Plafonds moeten op elke 15 m¹ lengte en/of breedte worden voorzien van dilatatievoegen.
De plafondconstructie is op balbestendigheid getest.
Cement Board Indoor
®
1 Onderconstructies, uitlijnen en bevestigen van platen
De eerste Aquapanel Indoor plaat wordt zorgvuldig uitgelijnd dwars op de draagprofielen of -latten (de
doorgaande voeg haaks op de draag profielen). De plaat wordt dan op elk profiel van de onder-constructie
geschroefd (max. 250 mm h.o.h.) met Aquapanel Maxi schroeven (verbruik 25 st/m
draagprofielen bedraagt 301 mm.
2 Plaatuitlijning en voegafwerking
De platen worden met een ca. 3 - 4 mm brede voeg in half steens verband of met een verspringing van 300
mm ge monteerd. Kruisvoegen zijn niet toegestaan. Na de montage alle voegen met Aquapanel Voegmortel -
grijs of met Aquapanel Voegen- en Afwerkmortel - wit vullen en overspachtelen en het Aquapanel Voegen-
band (100 mm breed) gecentreerd in deze laag inbedden. Ook alle schroef koppen met de voegmortel
afwerken.
3 Gronderen
Het gehele plafond gronderen met Aquapanel Grondering - binnen (verdunnen in een verhouding grondering
/ water 1:2).
4 Pleisteren
Hierna volgt het volledig pleisteren van het plafond met Aquapanel Voegen- en Afwerkmortel - wit, in een
minimaal 4 mm dikke laag. Aansluitend wordt Aquapanel Wapeningsgaas - binnen ingebed met een spaan.
Het wapenings gaas dient dicht onder de opper vlakte van de pleisterlaag te liggen. Voor een glad opper vlak
wordt een laatste dunne laag Aquapanel Voegen- en Afwerkmortel-wit aangebracht. Na drogen kan worden
geschilder.
Voor de hoogste afwerkings klasse kan na droging over de Aquapanel Voegen- en Afwerkmortel - wit een
dunne laag Aquapanel Q4 Finish worden aangebracht.
). De afstand van de
2
31