• Controleer de bandenspanning.
• Controleer de velgen op overmatige vuilaanslag of beschadigingen.
Houd het remoppervlak van de velgen schoon, neem contact op
met uw dealer als de velg is beschadigd of er een slag in het wiel zit.
• Klap de standaard volledig in voordat u gaat fietsen.
Veiligheid tijdens het fietsen
• Blijf tijdens het fietsen alert en laat u niet afleiden.
• Houdt beide handen aan het stuur.
• Pas algemeen geldende handsignalen voor stoppen en van richting
veranderen toe. Maak geen bewegingen met de fiets die u of
anderen in gevaar kunnen brengen.
• Fiets niet als u onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen
die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
• Zorg er voor dat u in goede conditie bent tijdens het fietsen.
• Pas de snelheid aan de weersomstandigheden aan. Vervoer geen
objecten die het zicht belemmeren of de stabiliteit in gevaar
kunnen brengen.
• Schakel de ondersteuning bij gladheid naar stand 1 of volledig uit,
het voorwiel zou bij teveel ondersteuning kunnen doorslippen.
• Zorg er voor dat het maximale draaggewicht van uw fiets
berijd(st)er max. 120 kg ) en bagagedrager ( bagage max. 15 kg )
niet wordt overschreden.
• Vervoer geen volwassen passagiers.
• Laat u niet door andere voertuigen trekken of voortduwen.
• Gebruik de fiets, indien mogelijk, niet tijdens slecht weer of slecht zicht.
• Monteer op uw bagagedrager geen kinderzitje, deze is hiervoor
niet geschikt! De bagagedrager kan afbreken als een kinderzitje
gemonteerd wordt.
• Schakel de ondersteuning uit als u met de fiets aan de hand loopt,
zo voorkomt u dat de fiets met u aan de haal gaat