De gekozen detectiegevoeligheid (1 . . 5) wordt bij
het activeren van de Test aanwezigheid niet gewi-
jzigd. Tijdens de test kan de gevoeligheid worden
aangepast en blijft na beëindiging van de Test aan-
wezigheid behouden. Na afloop van de testmodus
wordt de bewegingsmelder opnieuw gestart.
Verhelpen van storingen
STORING
Licht wordt
niet ingescha-
keld resp. licht
wordt uitge-
schakeld bij
aanwezigheid
Licht wordt
niet uitgescha-
keld resp. licht
wordt spontaan
ingeschakeld bij
afwezigheid
Storingsknippe-
ren
(3x per seconde)
Mogelijk oorzaak
Luxwaarde te laag ingesteld;
melder op halfautomatisch inge-
steld; licht werd handmatig met de
drukknop of met afstandsbediening
uitgeschakeld; geen persoon in het
detectiebereik; obstakel(s) storen
de detectie; nalooptijd te kort
ingesteld.
Nalooptijd afwachten; thermische
storingsbronnen in het detec-
tiebereik; heteluchtverwarmers,
gloeilamp/halogeenstraler, zich
bewegende objecten (bijv. gordijnen
bij open ramen).
Fout bij zelftest;
Ongeldige parameterwaarden in de
melder aanwezig (zie KNX-hand-
boek theMova S360 KNX paragraaf
2.4.2 Instellingen, parameterinstel-
lingen bij download).
Apparaat is defect!
25