Flowmeter Proline Promass I
DN
[mm]
[in]
8
8
15
15
15 FB
15 FB
25
25
25 FB
25 FB
40
40
40 FB
40 FB
50
50
50 FB
50 FB
80
80
Nulpuntsverificatie en nulpuntsinstelling
Alle meetinstrumenten zijn gekalibreerd met state-of-the-art technologie.
Kalibratiewerkzaamheden worden onder referentie-omstandigheden uitgevoerd. Daarom is
een nulpuntsinstelling in het veld over het algemeen niet nodig.
De ervaring leert, dat een nulpuntsinstelling alleen wordt geadviseerd in speciale gevallen:
• Om maximale meetnauwkeurigheid te bereiken, zelfs met lage debieten.
• On der extreme proces- of bedrijfsomstandigheden (bijv. zeer hoge procestemperaturen of
vloeistoffen met hoge viscositeit).
Voor informatie over de procedure voor het controleren van het nulpunt en het uitvoeren van
de nulpuntsinstelling is opgenomen in de bedieningshandleiding van het instrument.
5.2
Montage van het meetinstrument
5.2.1
Benodigd gereedschap
Voor flenzen en andere procesaansluitingen: gebruik geschikt montagegereedschap
Endress+Hauser
B
A
[mm]
[in]
373
14,69
409
16,1
539
21,22
539
21,22
668
26,3
668
26,3
780
30,71
780
30,71
1 152
45,35
1 152
45,35
A
B
[mm]
[in]
20
0,79
20
0,79
30
1,18
30
1,18
28
1,1
28
1,1
35
1,38
35
1,38
57
2,24
57
2,24
Montage
A0030298
C
[mm]
[in]
40
1,57
40
1,57
44,5
1,75
44,5
1,75
60
2,36
60
2,36
80
3,15
80
3,15
90
3,54
90
3,54
19