Advertenties
Relaisschakelaar, inbouwmodule
Als apparaatbeveiliging is een installatie-automaat max. 10 A geïnstalleerd.
Schakeleenheid en optionele bijposten conform het aansluitschema (afb. 2 t/m 3)
aansluiten.
Schakeleenheid in een apparatuurdoos monteren. De aansluitklemmen moeten daarbij aan
de onderkant liggen.
Afdekraam en element plaatsen (zie handleiding van de element).
Verlichte mechanische impulsdrukkers moeten over een afzonderlijke N-klem beschikken.
i
6.
Bijlage
6.1 Technische gegevens
Nominale spanning
Netfrequentie
Installatie-automaat
Opgenomen vermogen Stand-By
Beschermingsklasse
Relatieve vochtigheid
Bedrijfstemperatuur
Opslag-/transporttemperatuur
Aantal bijposten en
bewegingsmeldernevenaansluitingen
Lengte bijpostleiding
Lengte voedingskabel
Aansluitklemmen
doorsnede
Inbouwpositie
Inbouwdiepte behuizing
Inbouwdiepte van de klemgeleiding
Gloeilampen
Halogeenlamp met hoog vermogen
Halogeenlampen met laag vermogen met
elektronische trafo's of
Bi-Mode trafo's
Halogeenlamp met laag vermogen met
conventionele trafo's
TL-lampen in duo-schakeling
TL-lampen ongecompenseerd
TL-lampen parallel gecompenseerd.
Tl-lampen met EVA
Compacte TL-lampen met EVA
Dimbare energiespaarlampen
Dimbare 230 V Retrofit-LED-lampen
Mengbelastingen
Contacttype
Contact minimale belasting
Stand-By Stroomopname
6W-5835-c
0 ... 65 % (geen condensvorming)
maximale belasting mogelijk
3/4
230 V~, + 10 %/15 %
50/60 Hz
max. 10 A
< 0,3 W
-5°C ... +45°C
-20°C ... +60°C
onbeperkt
max. 50 m
max. 100 m
1 x 2,5 mm² of 2 x 1,5 mm²
Aansluitklemmen onder
22 mm
32 mm
2300 W
2300 W
1500 VA
1500 VA
1000 W
1100 W
1000 VA/ 130 µF
1000 W
22 x 20 W
440 W
440 W
tot kleinste
µ-contact, maakcontact
ca. 15 W
< 0,3 W
08-2012
IP20
Advertenties
