3. Opsporen Van Kortsluitingen Bij Vaste
Kabelaansluitingen
Bij vaste kabelaansluitingen (bijv. in de studio) is vaak slechts één uiteinde van de kabel
toegankelijk. Om dergelijke kabels te testen biedt de modus "Installed Cable Tester
Mode" uitkomst.
◊
Houd de RESET-toets ingedrukt en breng dan pas de ON-schakelaar in de
positie CABLE TESTER: De ON-LED knippert, en geeft zo aan, dat de CT100 in de
KORTSLUITINGTEST-MODUS ("Installed Cable Tester Mode") staat!
In deze modus toont het display uitsluitend de verbindingen tussen uitgangs-pennen
(= kortsluiting). Het verschil met de kabeltest-modus (zie hoofdstuk 2) is, dat er geen
verbindingen van uitgangs- naar ingangs-pennen worden getoond. Verbind het uiteinde
van een "verdacht" kabel met de passende OUT-bus van de CT100, waarbij in dit geval het
andere einde van de kabel vrij blijft. Wanneer geen van de LED's in het display oplicht,
stelt het apparaat geen kortsluiting binnen de kabel vast.
3.1 Doorgangsmeting bij vaste aansluiting
Voor de doorgangsmeting worden heel bewust twee uitgangs-pennen van uw kabel
kortgesloten. Verbind hiervoor een kortgesloten bus met het vrije uiteinde van de kabel.
Wanneer de signaalstroom binnen de kabel open is, geeft het display de kortgesloten
pennen weer. Wanneer dit niet gebeurt, loopt de signaalstroom van uw kabel niet
ongestoord door.
◊
Om losse contacten op te sporen, volgt u alstublieft de aanwijzingen van de
kabeltest-modus (zie hoofdstuk 2.1)!