Module nr. 2285
ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING
• De bediening van module 2285 en 2415 is identiek. Alle illustraties in
deze gebruiksaanwijzing tonen module 2285.
• Druk op C om van functie te veranderen.
• Als u gedurende enkele minuten geen knop indrukt als een instelscherm
(met knipperende cijfers) op het display getoond wordt, verlaat het
horloge automatisch het instelscherm.
TIJDFUNCTIE
• Druk op D om tussen 12-uur en 24-uur weergave te kiezen.
• Bij 12-uur weergave worden de tijden tussen middernacht en 12 uur 's
middags aangegeven door A (am) en de tijden tussen 12 uur 's middags
en middernacht door P (pm).
• Bij 24-uur weergave verschijnt er geen indicatie op het display.
Datum en tijd instellen
1. In de tijdfunctie, houd A ingedrukt totdat de
secondecijfers op het display gaan knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op C om het knipperen op de hieronder getoonde wijze te
verplaatsen.
3. Als de secondecijfers geselecteerd zijn (knipperen), druk op D om de
seconden op "00" in te stellen. Als u op C drukt terwijl de secondetelling
in het bereik 30 tot en met 59 is, zullen de seconden op "00" worden
ingesteld en de minutentelling met 1 minuut worden verhoogd. Als de
secondetelling in het bereik 00 tot en met 29 is, zal de minutentelling
ongewijzigd blijven.
• Terwijl de DST* (zomertijd) instelling geselecteerd is (DST
knippert), druk op D om deze in (on) of uit (OF) te schakelen. Als
zomertijd is ingeschakeld, wordt DST getoond in de tijd-, dagtel- en
alarmfunctie.
4. Als een andere instelling geselecteerd is (knippert), druk op D om deze
te verhogen of op B om deze te verlagen. Als u een van beide knoppen
ingedrukt houdt, wijzigt de instelling versneld.
5. Nadat u de gewenste instelling heeft gemaakt, druk op A om het
instelscherm te verlaten.
• De dag van de week wordt automatisch ingesteld in overeenstemming
met de datum.
• De datum kan worden ingesteld binnen het bereik van 1 januari 2000 tot
en met 31 december 2039.
• De in het horloge ingebouwde volautomatische kalender houdt
automatisch rekening met verschillende maandlengtes en schrikkeljaren.
Nadat u eenmaal de datum heeft ingesteld, dient er geen reden meer te
zijn deze te wijzigen, behalve nadat u de batterijen van het horloge heeft
laten vervangen.
* Zomertijd (DST) zet de tijd een uur vooruit, wat in sommige gebieden in
de zomer gebruikelijk is. Onthoud dat niet alle landen of zelfs locale
gebieden gebruik maken van zomertijd.
OVER DE ACHTERGRONDVERLICHTING
Als u in een willekeurige functie (behalve als u instelling maakt) op B
drukt, wordt het display gedurende circa 3 seconden verlicht.
• De elektronische verlichting neemt in intensiteit af na langdurig gebruik.
• Als u in de gegevensbank- of dagtelfunctie gedurende enkele minuten
geen knop indrukt, gaat het horloge automatisch naar het
tijdfunctiescherm.
• Veelvuldig gebruik van de achtergrondverlichting verkort de levensduur
van de batterij.
• Het horloge geeft een hoorbaar signaal als het display verlicht wordt. Dit
duidt niet op een gebrekkig functioneren van het horloge.
• De achtergrondverlichting kan slecht zichtbaar zijn bij direct zonlicht.
• De achtergrondverlichting schakelt automatisch uit als een alarm klinkt.
DATABANKFUNCTIE
De databankfunctie maakt het mogelijk tot en met 25 gegevenssets op te
slaan in het geheugen, elk bestaande uit een naam (maximaal 8 karakters)
en een telefoonnummer (maximaal 12 cijfers). De gegevens worden
automatisch gesorteerd op basis van de naam. U kunt gegevens oproepen
door er op het display door te bladeren.
• De gegevens op het display als u de databankfunctie verlaat, worden de
eerstvolgende keer als u de databankfunctie weer selecteert als eerste
getoond.
Nieuwe databankgegevens invoeren
1. In de databankfunctie, druk op D totdat het
nieuwe-gegevens-scherm verschijnt.
• Als het nieuwe-gegevens-scherm niet verschijnt als u op D of B drukt,
betekent dit dat het geheugen vol is. Om een andere gegevensset op te
slaan, dient u eerst een andere gegevensset die in het geheugen is
opgeslagen te verwijderen.
2. Houd A ingedrukt totdat een cursor in het naamgedeelte van het display
verschijnt.
3. Gebruik D en B om het karakter op de positie van de cursor te
veranderen. Het karakter verandert op de volgende wijze.
• Als u een van beide knoppen ingedrukt houdt, wijzigt de instelling
versneld.
4. Als het gewenste karakter op de positie van de cursor wordt getoond,
druk op C om de cursor naar rechts te bewegen.
5. Herhaal stap 3 en 4 om de overige karakters in te voeren.
• U kunt tot en met acht karakters voor de naam invoeren, alhoewel er
maar drie karakters op een moment getoond kunnen worden. Als de
door u ingevoerde naam minder dan 8 karakters bevat, gebruik dan C
om de cursor naar de achtste positie te verplaatsen (wat betekent dat u
bijvoorbeeld C drie keer dient in te drukken na invoer van een naam
met 5 karakters).
• Als u C ingedrukt houdt, beweegt de cursor versneld.
6. Nadat u de naam heeft ingevoerd, druk op C zo veel als nodig om de
cursor naar het nummergedeelte te verplaatsen.
2285-1