Stop het voertuig
altijd bij het
veranderen van de
snelheid of
richting om
schade aan de
1. Aan/uit-schakelaar: Schakelt het voertuig in en uit.
2. Vooruit/achteruit schakelaar: Verandert de richting waarin het voertuig van
vooruit naar achteruit beweegt.
● Om de auto
● Om de auto
3. Geluidenknoppen (INDIEN UITGERUST): Druk op voor
4. Volumeknop (INDIEN UITGERUST):
het volume te
decrease.
5. Voetpedaal: Hiermee wordt kracht (snelheid) op het
uitoefend.
auto te
● Om de
● Om te remmen of
Extra
6.
ingang (INDIEN UITGERUST): Laat de audio
muziekspeler
of telefoon
7. GEEN FUNCTIE.
snelheidsschakelaar
8. Hoge/lage
bedient het voertuig om met
Gebruik van de auto │ 13
vooruit
te bewegen,
achteruit te
bewegen, zet u
de knop tegen
verhogen; Draai
drukt
verplaatsen,
te
vertragen,
afspelen via de luidsprekers
lage of hoge
zet u de schakelaar
de
schakelaar in de "omgekeerde" stand.
Draai de knop met de klok mee om
klok in om het volume
de
voertuig aan het voertuig
u het pedaal naar beneden.
laat u
de druk van het pedaal los.
(indien uitgerust):
snelheid
in de "voorwaartse" stand.
het afspelen
van
uw draagbare
van het voertuig.
De schakelaar
te
vooruit
gaan.
van geluiden.
te