BEDIENING
VOORPROGRAMMEREN
7 Handmatig voorprogrammeren
Voorbeeld: FM-zender met frequentie 90,1 MHz
voorprogrammeren onder geheugennummer 10
1.
Kies de FM-band door gebruikmaking van de toets
BAND !7 .
2.
Stem af op 90,1 MHz door gebruikmaking van de toets
TUNING 5∞ i.
3.
second) Druk kort op de toets MEMO !1 (korter dan 0,5
seconde). In de display knippert de aanduiding "MEMO".
4.
Kies het geheugennummer door gebruikmaking van de
toets PRESET 5∞ !4 .
5.
Druk nogmaals op de toetsMEMO !1 . De zender met de
frequentie 90,1 MHz is nu onder geheugennummer 10
opgeslagen.
7 Automatisch voorprogrammeren
1.
Kies de gewenste golfband (FM, AM of LW) door
gebruikmaking van de toets BAND !7 .
2.
Druk iets langer dan 1,5 seconde op de toets MEMO !1 .
Er worden dan automatisch meerdere zenders
ontvangen die één voor één onder de achtereenvolgende
geheugennummers zullen worden opgeslagen, te
beginnen bij geheugennummer 1.
3.
Controleer de voorgeprogrammeerde zenders door
gebruikmaking van de toets PRESET 5∞ !4 .
Opmerking
• Bij het automatisch voorprogrammeren van FM-zenders
wordt automatisch gekozen. Het automatisch
voorprogrammeren van de zenders verloopt in twee
fasen. Eerst worden de zenders met het sterkste signaal
voorgeprogrammeerd, en daarna de zenders met het
zwakste signaal.
• Wanneer er een nieuwe zender wordt voorgeprogrammeerd
onder een geheugennummer dat reeds in gebruik is, zal
de eerder gemaakte instelling automatisch worden gewist.
• In bergachtige of afgelegen gebieden is het automatisch
voorprogrammeren van zenders met een zwak signaal
niet mogelijk.
• Er kunnen maximaal 30 zenders per golfband (FM, AM
(MW en LW)) worden voorgeprogrammeerd.
LUISTEREN NAAR DE RADIO
1.
Kies de gewenste golfband (FM, AM of LW) door
gebruikmaking van de toets BAND !7 .
2.
Stem af op de gewenste zender door gebruikmaking van
de toets TUNING i of PRESET 5∞ !4 .
3.
FM-zenders worden in stereo weergegeven.
In geval van een zwak zendsignaal of overmatige ruis
dient u de FM-zender in te stellen op mono-weergave
door gebruikmaking van de toets FM MODE !5 .
4.
Kies de bandbreedte van de FM-zender door
gebruikmaking van de toets IF BAND.
Indien de gekozen zender wordt gestoord door het
signaal van een andere FM-zender die daar vlak naast
ligt, dient u de bandbreedte NARROW (smalle band) te
kiezen door indrukken van deze toets.
FIJNAFSTEMMING, HANDMATIGE
AFSTEMMING
Gebruik deze functie om handmatige afstemming of
fijnafstemming te kiezen. Fijnafstemming is alleen mogelijk
voor FM-zenders.
1.
Druk op de toets TUNING MODE u.
2.
Bij elke druk op deze toets verschijnt op het display
FINE ⇔ MANUAL.
7 Bij fijnafstemming
Na indrukken van de toets TUNING 5 ∞ i kan de
frequentie worden afgeregeld in stappen van 10 kHz tot
circa 50 kHz. Na 4 seconden zal automatisch de functie
voor handmatige afstemming (MANUAL) worden
geactiveerd.
7 Bij handmatige afstemming
Druk op de toets TUNING 5∞ i. Op de FM-band kan
1.
de frequentie worden afgeregeld in stappen van 50 kHz.
2.
Op de MW-band kan de frequentie worden afgeregeld in
stappen van 9 kHz.
3.
Op de LW-band kan de frequentie worden afgeregeld in
stappen van 1 kHz.
7