BN-interface
5
Proefdraaien
Voor het proefdraaien van de BN-interface, zijn de BACnet communicatie-instellingen en de apparatuurdata van de
aangesloten binnenunits vereist.
Items die moeten worden ingesteld tijdens proefdraaien
Apparatuur
Buitenunit
Binnenunit
BN-interface
5-1. BACnet communicatie-instellingen
Stel het IP-adres van de BN-interface en het apparaat objectinstantnummer van de BACnet communicatie in. Deze instelling
kan worden ingesteld met Setting File Creation Software 2. Raadpleeg de plaats van aankoop voor details.
12
-NL
Uh Line-adres
Uh Line-adres
IP-adres
Identificatienummer BACnet-
communicatie-apparaat
Bij gebruik in combinatie met
een centraal
bedieningsapparaat niet
compatibel met Uh Line
Bij vervanging door een BN-
interface die Uh Line niet
ondersteunt
Informatie binnenunit
(Instelwaarden DN-code)
Item
Lijnadres
Lijnadres
Unitadres
Centraal besturingsadres
Groepadres
IP-adres
Netwerkmasker
Objectex-nummer BACnet-
apparaat
Instelling van oude BN-interface
Instelling voor gecombineerd
gebruik met oude controller
Instelling van oude BN-interface
Lijnadres
Unitadres
Centraal besturingsadres
Groepadres
Instellingsbereik
bedieningsmodus
Temperatuurinstelbereik
Instellingsbereik
ventilatorsnelheid
Kleptype
Instelbereik
ventilatiehoeveelheid
Instelbereik ventilatiemodus
Beschikbaarheid van
ventilatiewerking
Beschikbaarheid van de
opslagfunctie
Installatiehandleiding
Instelmethode
Gebruik de DIP-schakelaar op de
buitenunitprintplaat.
Gebruik de adresinstellingsfunctie
van de bedrade afstandsbediening.
(Behalve de eenvoudige bedrade
afstandsbediening)
Gebruik Setting File Creation
Software 2.
(Zie paragraaf 5-1.)
Als het installatiewerk (zie paragraaf
5-2) wordt uitgevoerd, leest de BN-
interface de ingestelde waarden van
de binnenunit uit en neemt deze op
de SD-kaart van de BN-interface op.
Voer installatiewerk uit na het
wijzigen van de apparaatinformatie
van de binnenunit.