4.4.3 Instellen van het dagprogramma
Via het dagprogrammamenu kan een AAN-periode worden ingesteld. Deze
wordt bepaald door een starttijd and een eindtijd. Voor de "Programma AAN"
periode kan een ventilatorsnelheid worden geselecteerd in het Programma AAN
ventilatorsnelheidmenu (zie hoofdstuk 4.4.5). De tijd buiten de Programma AAN-
periode wordt de "Programma UIT" periode genoemd voor welke periode de
luchtreiniger kan worden uitgeschakeld of waarvoor een andere
ventilatorsnelheid kan worden geselecteerd in het Programma UIT
ventilatorsnelheidmenu (zie hoofdstuk 4.4.5).
Het programma statusveld geeft aan of de programmafunctie aan of uit staat en
maakt het eenvoudig om het programma aan of uit te schakelen, bijv. voor
vakanties.
1. Om het dagprogrammamenu vanaf het hoofdscherm op te roepen moet de
menutoets tweemaal worden ingedrukt.
2. Houdt de Enter toets ingedrukt tot de cursor gaat knipperen.
3. Druk de
toets eenmaal in om het programma te activeren.
Opmerking: Als de start en stoptijden hetzelfde zijn, dan kan het
programma niet worden geactiveerd.
4. Druk op de Enter toets om de programma-instelling op te slaan en te
vervolgen met de starttijd.
5. Selecteer het gewenste start uur door indrukken van de
6. Druk op de Enter toets om de uurinstelling op te slaan en te vervolgen met
de minuten.
7. Selecteer de gewenste start minuut door indrukken van de
Opmerking: De minuten kunnen alleen worden ingesteld in stappen van
vijf minuten.
8. Druk op de Enter toets om de programma-instelling op te slaan en te
vervolgen met de stoptijd.
9. Selecteer het gewenste stop uur door indrukken van de
10. Druk op de Enter toets om de uurinstelling op te slaan en te vervolgen met
de minuten.
11. Selecteer de gewenste stop minuut door indrukken van de
12. Druk op de Enter toets om de minuutinstelling op te slaan en de
invoermodus te verlaten.
Hoofdstuk 4 – Gebruik van het bedieningspaneel
toets.
toets.
toets.
toets.
programmastatusveld
starttijd
eindtijd
15