EVSS
ELEKTRONISCHE SNELHEIDSREGE-
LAAR VOOR VENTILATOR MET TK
MIW-EVSS-DM-NL-000 - 16 / 09 / 2022
Inputregister
3
(30003)
inputregister
wordt
gedefinieerd
hardware-instelling van positie 4 van de DIP-schakelaar. De waarden zijn '0'
(voor 0-20 mA) of '1' (voor 0-10 VDC).
Inputregister 4 (30004) toont de geselecteerde modus van de analoge ingang. Dit
inputregister wordt bepaald door holdingregister 12 of de hardware-instelling van
positie 1 van de DIP-schakelaar (fig. 4), afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus.
De waarden zijn '0' (voor aflopende modus) of '1' (voor oplopende modus).
Inputregister 5 (30005) toont de waarde van de maximale uitgangsspanning.
Dit inputregister wordt bepaald door holdingregister 13 of de hardware-instelling
van de Max. trimmer (fig. 6), afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus. De
registerwaarden variëren in het bereik van 75-100 (75-100 % Us VAC).
Inputregister 6 (30006) toont de waarde van de minimale uitgangsspanning. Dit
inputregister wordt gedefinieerd door holdingregister 14 of de hardware-instelling
van Min. trimmer (fig. 7) , afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus. De
registerwaarden variëren in het bereik 30-70 % Us.
Inputregister 7 (30007) geeft informatie over de status OFF-niveau. In de stand-alone
modus bevat het de waarde die is ingesteld door positie 2 van de DIP-schakelaar (fig. 4).
In modbusmodus bevat het de waarde van holdingregister 15. Dit kan '0' (uitgeschakeld)
of '1' (ingeschakeld) zijn.
Inputregister 8 (30008) geeft informatie over de waarde van het OFF-level. In de
stand-alone modus bevat het de waarde die is ingesteld door de OFF-level trimmer (fig.
8). In modbusmodus bevat het de waarde die is ingesteld door holdingregister 16. De
registerwaarden kunnen variëren van 0 tot 40 (0-4,0 VDC / 0-8,0 mA) en van 60 tot 100
(6,0-10,0 VDC / 12,0-20,0 mA). De waarden zijn afhankelijk van het geselecteerde
analoge invoertype en de modus.
Input Register 9 (30009) geeft informatie over de kickstart of softstart selectie. In de
stand-alone modus komt de waarde overeen met het starttype dat is ingesteld door
positie 3 van de DIP-schakelaar. In modbusmodus bevat het de waarde die is ingesteld
door holdingregister 17. De registerwaarden zijn '0' (voor softstart) of '1' (voor kickstart).
Input Register 10 (30010) toont de status van de ingang van de afstandsbediening.
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, werkt het in de normale bedrijfsmodus. Wanneer
de ingang van de afstandsbediening is ingeschakeld, staat de controller in de stand-
bymodus. De registerwaarden zijn '0' (voor uitgeschakeld) of '1' (voor ingeschakeld).
Inputregister 11 (30011) toont de status van de uitgang van het alarmrelais. Dit
is uitgeschakeld wanneer de registerwaarde '0' is, en geactiveerd wanneer de
registerwaarde '1' is.
Inputregister 12 (30012) toont de status van de niet-geregelde uitgang L1. Wanneer het
analoge ingangssignaal lager is dan de waarde van het OFF-level (indien ingeschakeld) of
wanneer de ingang van de afstandsbediening is uitgeschakeld, is de uitgangsspanning
van de niet-geregelde uitgang L1 0 = UIT (0 VAC). Anders is het 1 = Aan (230 VAC).
Inputregister 13 (30013) toont de status van de alarm-LED (fig. 10). Het duidt
op oververhitting van de motor. Wanneer de registerwaarde '0' = Uit is, is er geen
oververhitting en wanneer de waarde '1' = Aan is, wordt oververhitting gedetecteerd
en stopt de regelaar de motor.
Inputregister 14 (30014) toont de bedrijfsstatus van het apparaat. Wanneer de
registerwaarde 0 (Uit) is, is de regelaar uitgeschakeld. De ON/Stand-by LED op de
voorzijde is gedoofd. Zie fig. 10 Bedrijfsindicatie.
Wanneer de waarde '1' (Aan) is, werkt de regelaar volgens het besturingsalgoritme
en ligt het analoge ingangssignaal boven de geselecteerde OFF-level waarde (indien
ingeschakeld). De ON/Stand-by LED (fig. 10) geeft continu licht.
De AAN/Stand-by LED knippert en de registerwaarde is 2 (Stand-by) wanneer het OFF-
niveau is ingeschakeld en het analoge ingangssignaal onder de OFF-niveauwaarde ligt.
HOLDINGREGISTERS
(zie tabel 1 Modbusregisters)
Deze registers zijn lees/schrijf registers en kunnen worden beheerd met de commando's
"Read Holding Registers", "Write single register" en "Write Multiple Registers". Ze zijn
georganiseerd in delen die verschillende soorten informatie bevatten. De holdingregisters
die niet worden gebruikt, zijn alleen-lezen. Het schrijven van waarden in deze registers
geeft geen Modbus-foutuitzondering; het verandert echter ook niets!
www.sentera.eu
terug naar de inhoudsopgave
toont
het
type
analoog
door
holdingregister
ingangssignaal.
Dit
11
of
door
de
14 - 16