Het systeem inschakelen
Wanneer inschakelen:
De beveiliging van het gebouw, of alleen van een gebied kan worden ingeschakeld wanneer
er niemand aanwezig is, bijvoorbeeld aan het eind van de dag. Als er daarna iets gebeurt,
zal er een alarm optreden.
De tijdslimiet voor het verlaten van het gebouw na inschakeling:
Nadat het systeem is ingeschakeld, zult u het gebouw of het gebied binnen een vooraf
ingestelde tijd moeten verlaten, anders zal er een alarm optreden. De installateur (Lagarde
Groep) zal u vertellen hoe groot deze tijdslimiet is. Gedurende deze tijdslimiet zal er een
pieptoon te horen zijn.
Wanneer u niet kunt inschakelen:
Uw PIN-code is slechts geprogrammeerd voor het in- en uitschakelen van bepaalde
-
gebieden in het systeem. In dit geval zult u moeten nagaan voor welke gebieden u
geautoriseerd bent.
Wanneer uw alarmsysteem meer dan een controlepaneel heeft, zal elk paneel
-
geprogrammeerd zijn voor het in- en uitschakelen van bepaalde gebieden binnen
het gebouw. In dit geval moet u dus controleren of u het juiste bedieningspaneel
gebruikt voor de gebieden die u in of uit wilt schakelen.
Een gebied kan niet worden ingeschakeld wanneer er een ingang verstoord is,
-
bijvoorbeeld van een magneetcontact van een deur of raam. Het is belangrijk om
voor inschakeling van het alarmsysteem eerst te controleren of alle deuren en
ramen goed gesloten zijn. Als er een ingang verstoord is terwijl u probeert in te
schakelen, hoort u zeven korte pieptonen en de melding 'Verstoord in ...' verschijnt
op het display. In dit geval zult u het probleem moeten verhelpen.
De installateur (Lagarde Groep) of de hoofdgebruiker van het systeem kan u meedelen
welke onderdelen u kunt gebruiken en welke gebieden u kunt in- en uitschakelen.
Het inschakelen
6