6.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
6.1
Ingangsspanning:
Beveiliging tegen lage
ingangsspanning:
Frequentiebereik:
Ingangszekering:
Cos phi:
Ingangsstroom:
-
+
6.2
Nominale laadspanning:
Hoge laadspanning ('boost'):
Lage laadspanning ('float'):
Laadkarakteristiek:
Stabiliteit spanning:
Uitgangsstroom:
Stroomrimpel:
Kortsluitstroom:
Beveiliging kortsluiting:
Uitgangszekering:
Alarm hoge/lage accuspanning:
Ingang:
180 - 265 V
De acculader schakelt automat-
isch uit bij een ingangsspanning
van minder dan 160 V en
schakelt weer in wanneer ingang-
sspanning boven 165 V uitkomt.
47 - 63 Hz
5 A snel; 5 x 20 mm
0,94 bij vollast
0,90 bij halflast
2,4 A bij 230 V en vollast
Uitgang:
24 V
28,5 V
26,5 V
IUoUo conform DIN 41772
±1%
15 A bij 'boost'-spanning
75% RMS bij vollast
20 A
continu kortsluitvast
20 A platte autozekering
Een potentiaalvrij contact (5 A)
wordt bekrachtigd wanneer de ac-
cuspanning gedurende 60 secon-
den meer dan 33,1 V of minder
dan 23,2 V bedraagt.
gebruiksaanwijzing
Specificaties onder voorbehoud
pagina 51