9.6 Montage van de korte aanvoertafel NL (lengte 1000 mm)
Monteer eerst de koppelplaat onder tegen de hoofdgeleider met de vier meegeleverde bouten.
Schuif vervolgens de rollenbaan op de scharnierpunten en houd hierbij de achterzijde van de rollenbaan
omlaag. Til nu de rollenbaan van achteren op en leg de rollagers op de bok.
Stel hierna, met de stelknoppen aan de poten, de rollenbaan en bijbehorende bok horizontaal af.
9.7 Montage van de vaste afvoertafel
Monteer de korte rollenbaan met twee tapbouten op de achterkant van de bouwzaag. Hierbij moeten de
rollen van de rollenbaan gelijk liggen met de bovenkant van het draaiblad. Zet vervolgens het hoekprofiel
met buizen met twee bouten en moeren vast aan de onderste dwarsligger van het frame van de machine.
Klap hierna de achtersteun van de afvoertafel uit en stel poten ongeveer op hoogte af.
Schuif de buitenste buizen aan de voorzijde van de afvoertafel over de twee, reeds gemonteerde dunnere
buizen en zet de enkele poot, met bij benadering de afvoertafel in horizontale stand, neer.
Stel hierna de afvoertafel op gelijke hoogte van de eerder gemonteerde korte rollenbaan af.
Doe dit met behulp van de stelknoppen aan de poten en de buizen.
Plaats vervolgens de lange aanslag met de pin in de opening die zich aan de zijkant van de kleine
rollenbaan bevind. Zet het frame van de afvoertafel vast. De aanslag voor het afkorten, die samen met de
aanvoertafel geleverd wordt, kan ook als afvoertafel worden gebruikt. De los bijgeleverde afkortaanslag kan
dan op de lange aanslag worden aangebracht en op bijvoorbeeld 1 meter worden afgesteld.
Ter controle moet de afstand gemeten worden tussen het zaagblad en de afkortaanslag.
Vervolgens kan de juiste afstelling worden gemaakt met het pijltje op de afkortaanslag.
Als de lange aanslag niet wordt gebruikt kan deze op de haak onder de rollenbaan worden geplaatst.
Bij de afvoertafel wordt een z.g. platensteun
geleverd voor het ondersteunen van brede
werkstukken.
Deze platensteun kan in de gewenste positie in
de daarvoor bestemde houder van de af-
voertafel worden geschoven.
10. Stelmogelijkheden
10.1 Instellen hoogte zaagblad
De hoogte van het zaagblad kan met de hefarm en stelknop worden ingesteld. Om de hoogte te veranderen
moet deze stelknop worden losgedraaid en kan het zaagblad met de hefarm op de gewenste hoogte worden
gezet. Draai hierna de stelknop weer stevig aan.
10.2 Schuinstellen zaagblad (in schulpstand)
Als bij het schuinstellen het zaagblad op maximum hoogte staat ingesteld, dient men dit eerst iets te laten
zakken. Stel vervolgens, na losdraaien van de knop op de gradenboog, het zaagblad onder de gewenste
hoek in. Hierna moet deze knop weer stevig worden vastgezet.
Op de gradenboog, onder het tafelblad, kunnen hoeken tot 45 worden afgelezen.
10.3 Verstellen van draaiblad en zaagblad
Het draaibare deel (draaiblad) met zaagblad dat zich in het tafelblad bevindt kan 90° draaien.
Hierdoor is het mogelijk om, in het horizontale vlak, het zaagblad onder een hoek in te stellen.
De ingestelde hoek kan op de schaalverdeling die op de zaagtafel is aangebracht worden afgelezen.
De stelknop van het draaiblad zit aan de zijkant van het tafelblad boven de hefarm.
De verstelinrichting van het draaiblad is uitgerust met z.g. pré-stops. Een pré-stop treedt in werking bij
instellingen van 0°, 45° en 90°. De hendel voor het en (dé)blokkeren van het draaiblad bevindt zich naast de
stelknop voor het draaiblad.
10.4 Instellen beschermkap, hulpgeleider en gebruik duwhout
Het instellen van de beschermkap van de beveiliging, de houten hulpgeleider en het gebruik van het
duwhout wordt bij de verschillende werkwijzen behandeld (hoofdstuk 11).