Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Indicaties En Instellingen Van De Boordcomputer; Accuoplaadindicatie - Bosch Performance Drive Unit Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Performance Drive Unit:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Omdat de aandrijfeenheid de schakelbewerking herkent en
daarom de motorondersteuning kortstondig reduceert, is ook
het schakelen onder last of op een helling altijd mogelijk.
Als de eBike vanuit een snelheid van boven de 10 km/u tot
stilstand wordt gebracht, kan het systeem automatisch terug-
schakelen naar een vooraf ingestelde „Startversnelling". De
„Startversnelling" kan in het menu met basisinstellingen
worden ingesteld (zie „Basisinstellingen weergeven en aan-
passen", pagina Nederlands–5).

Indicaties en instellingen van de boordcomputer

Energievoorziening van de boordcomputer
Zit de boordcomputer in de houder 4, is een voldoende gela-
den accu in de eBike geplaatst en is het eBike-systeem inge-
schakeld, dan wordt de boordcomputer via de accu van de
eBike van energie voorzien.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan ge-
beurt de energievoorziening via een interne accu. Is de inter-
ne accu bij het inschakelen van de boordcomputer zwak, dan
verschijnt gedurende 3 s „Met fiets verbinden" in de tekstin-
dicatie d. Daarna schakelt de boordcomputer opnieuw uit.
Voor het opladen van de interne accu plaatst u de boordcom-
puter opnieuw in de houder 4 (als een accu in de eBike ge-
plaatst is). Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets in (zie
gebruiksaanwijzing van de accu).
U kunt de boordcomputer ook via de USB-aansluiting opla-
den. Open hiervoor de beschermkap 8. Verbind de USB-bus
7 van de boordcomputer via een passende USB-kabel met
een gebruikelijke USB-lader of de USB-aansluiting van een
computer (5 V laadspanning; max. 500 mA laadstroom). In
de tekstindicatie d van de boordcomputer verschijnt „USB
aangesloten".
Boordcomputer in-/uitschakelen
Voor het inschakelen van de boordcomputer drukt u kort op
de aan-/uittoets 5. De boordcomputer kan (bij voldoende ge-
laden interne accu) ook ingeschakeld worden als deze niet in
de houder geplaatst is.
Voor het uitschakelen van de boordcomputer drukt u op de
aan-/uittoets 5.
Is de boordcomputer niet in de houder geplaatst, dan scha-
kelt deze zich 1 minuut nadat de laatste toets is ingedrukt om
energiebesparende reden uit.
 Als u uw eBike gedurende enkele weken niet gebruikt,
dient u de boordcomputer uit zijn houder te halen. Be-
waar de boordcomputer in een droge omgeving bij kamer-
temperatuur. Laad de boordcomputeraccu regelmatig op.

Accuoplaadindicatie

De acculaadindicatie i geeft de laadtoestand van de eBike-
accu aan, niet de laadtoestand van de interne accu van de
boordcomputer. De laadtoestand van de eBike-accu kan
eveneens aan de LED's aan de accu zelf afgelezen worden.
Bosch eBike Systems
In de indicatie i komt elk streepje in het accusymbool overeen
met ongeveer 20 % van de capaciteit:
De eBike-accu is volledig geladen.
De eBike-accu moet bijgeladen worden.
De LED's van de laadtoestandsindicatie aan de
accu gaan uit. De capaciteit voor de ondersteuning
van de aandrijving is opgebruikt en de ondersteu-
ning wordt uitgeschakeld. De resterende capaci-
teit wordt voor de verlichting en de boordcompu-
ter ter beschikking gesteld, de indicatie knippert.
De capaciteit van de eBike-accu volstaat voor nog
ongeveer 2 uur fietsverlichting. Met andere ver-
bruikers (bijv. automatische transmissie, laden
van externe toestellen aan de USB-aansluiting)
wordt hierbij geen rekening gehouden.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
de laatst weergegeven acculaadtoestand opgeslagen.
Wordt een eBike met twee accu's gebruikt, dan geeft de accu-
laadtoestandsindicatie i het vulpeil van beide accu's aan.
Worden aan een eBike met twee ge-
OF
plaatste accu's beide accu's aan de fiets
MPH
KM/
geladen, dan wordt op het display de
laadvoortgang van de beide accu's
weergegeven (op de afbeelding wordt
net de linker accu geladen). Welke van
de beide accu's net geladen wordt, kunt
u aan de knipperende indicatie aan de
accu herkennen.
Ondersteuningsniveau instellen
U kunt aan de bedieningseenheid 9 instellen hoe sterk de
eBike-aandrijving u bij het trappen ondersteunt. Het onder-
steuningsniveau kan altijd, ook tijdens het fietsen, gewijzigd
worden.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteunings-
niveau mogelijk vooraf ingesteld en kan dit niet worden gewij-
zigd. Het is ook mogelijk dat er uit minder ondersteuningsni-
veaus dan hier vermeld kan worden gekozen.
De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter be-
schikking:
– „OFF": de motorondersteuning is uitgeschakeld, de eBike
kan zoals bij een normale fiets alleen door te trappen worden
voortbewogen. De duwhulp kan op dit ondersteuningsni-
veau niet worden geactiveerd.
– „ECO": effectieve ondersteuning met maximale efficiëntie
voor maximaal bereik
– „TOUR": gelijkmatige ondersteuning voor tochten met
groot bereik
– „SPORT": krachtige ondersteuning voor sportief rijden op
heuvelachtige stukken en voor rijden in de stad
– „TURBO": maximale ondersteuning bij flink doortrappen,
voor sportief rijden
Nederlands–3
1 270 020 XBI | (11.4.16)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0 275 007 0430 275 007 037

Inhoudsopgave