Naam en lengte van de laatste opgeslagen opname van gesproken tekst, bijv.
y
»DICT006 01:40«
»DICT ±« (voor de keuze van de tot dusverre opgeslagen opnames van gespro-
u
ken tekst door middel van de functietoetsen B
7.2 Het dicteerapparaat uitschakelen
Houd de toets »ON/OFF«
Vervolgens schakelt het dicteerapparaat uit.
7.3 Gesproken tekst opnemen
1
Schakel het dicteerapparaat in door één keer te drukken op de toets »ON/
OFF«.
Zodra het startbeeldscherm op het display
2
Zet de multifunctionele schuifknop
3
Kies dan door te drukken op de functietoets A
paraat legt nu een nieuwe opname van gesproken tekst aan met doorlopend
nummer.
‹
]
opmerkinG:
Iedere nieuwe opname van gesproken tekst wordt onder een nieuw, doorlopende nummer opgeslagen.
Neem echter in acht: De nummering van opgeslagen opnames van gesproken tekst verandert achteraf niet
als u individuele opnames van gesproken tekst wist.
‹
Ú
VoorBeeld:
U begint een nieuwe opname van gesproken tekst. Deze krijgt automatisch het nummer »DICT001«.
Vervolgens wist u de opname van gesproken tekst »DICT001« weer. Als u nu een nieuw dictaat opneemt,
krijgt dit automatisch het doorlopende nummer »DICT002«, hoewel het dictaat met het voorafgaande nummer
»DICT001« werd gewist.
U kunt de interne dictaatteller echter resetten op nul. Na het resetten van de teller worden de volgende opna-
mes van gesproken tekst weer automatisch beginnend bij »DICT001« doorgenummerd. Het resetten
van de interne teller voor opnames van gesproken tekst wordt uitgelegd in het hoofdstuk 8.13 »De interne
dictaatteller resetten«.
Het opnemen van gesproken tekst start echter niet meteen, maar staat eerst in de
pauze-modus. Het statuslampje »DICT
weergegeven:
16
ingedrukt, totdat op het display
a
h
«
en C
e
r
wordt weergegeven:
q
op »
STOP«.
»NIEUW«. Het dicteerap-
w
knippert; op het display
d
)
»uit« verschijnt.
q
wordt
q
›
›