NEX-T SG WARMTETERUGWINNINGSTOESTEL INSTALLATIE-WERKING-ONDERHOUD
12 VORSTRISICO
Om bevriezing van de warmtewisselaar in de winter te
voorkomen, is het ventilatietoestel voorzien van een
automatisch debiet onbalans systeem.
Temperatuursensoren meten de luchttemperatuur
voordat deze de warmtewisselaar binnenkomt en indien
nodig wordt de van buiten komende luchtstroom tijdelijk
verminderd.
De onbalans van het debiet wordt geactiveerd bij een
afbblaas temperatuur <= 3°C en het debiet van de verse
lucht wordt proportioneel verlaagd om een veilige
temperatuur te bereiken aan de kant van de uitlaatlucht
van de warmtewisselaar.
De maximaal toegestane onevenwichtigheid van het
debiet is 75%.
De onbalanscyclus heeft een tijdsduur van 20 minuten.
Voor zeer lage temperaturen (<-10°C) wordt de elektrische
voorverwarmingsaccessoire om de buitenlucht op te
warmen aanbevolen.
Bescherm de condensafvoer tegen bevriezing in de
wintermaanden met isolatie en/of voorzie de leiding van
tracing.
13 CONDENSATE
Het is belangrijk dat het toestel horizontaal wordt
geïnstalleerd. Het condenswater moet worden aangeslo-
ten op een plaatselijk riool middels sifon met waterslot
.Het toestel is uitgerust met een waterpomp (intern) .
Pijpafmetingen
condensaatpomp
Pompkop
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
0
0
2
4
afbeelding 1
flexibele afvoerpijp:
bevindt zich in het
uitlaatventilatorgedeelte
Inatherm behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving
Installatiehandleiding NEX-T School Generation
buitenste ∅ uit: 17,5 mm
binnen ∅ int:
12,5 mm
zie onderstaand diagram
6
8
10
12
l/h
toestel en onderdelen beschermd door
Tijdens de werking kan er een onderdruk tot 500 Pa
(gelijk aan een waterkolom van 50 mm) in de stroming
binnendringen.
In dit geval moet het hoogteverschil in de sifon 50 mm
mini- mum bedragen.
Volg de aanwijzingen op foto 2 om de sifon op maat te
maken.
Het condensafvoersysteem moet vanaf de eenheid tot
aan de sifon luchtdicht zijn, zodat het condenswater vrij
uit de eenheid kan worden afgevoerd.
Als de condensafvoer niet luchtdicht is, kan er lucht
terugstromen in de condensafvoer en kan het condensaat
de unit beschadigen en een elektrische schok veroorzaken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die het gevolg is van het niet naleven van de
voorschriften.
De sifon moet worden geïnstalleerd bij de uitgang van
de leiding van het toestel. Een constante helling van
minstens 1cm/m, vorstvrij moet worden verzekerd tot
aan de eindafvoer.
Bescherm het systeem tegen bevriezing.
De installateur is er verantwoordelijk voor dat het
condensaatafvoersysteem vorstvrij is.
Belangrijk! Controleer regelmatig of er voldoende water
in de condensaatslang zit.
afbeelding 2
afmeting van sifon
afbeelding 3
interne condensaatpomp
|18|