38
Protocol voor transmissie/ontvangst
Transmission (Verzenden)
[Command1][Command2][ ][Set ID][ ][Data][Cr]
* [Command1]
Hiermee wordt onderscheid gemaakt tussen de modus voor de fabrieksinstellingen en
voor de gebruikersinstellingen.
* [Command2]
Hiermee bedient u de monitoren.
* [Set ID]
Hiermee selecteert u een monitor die u wilt bedienen. U kunt aan elke monitor een Set-
ID van 1 tot 255 toewijzen (01H tot FFH), of van 1 tot 1000 (001H tot 3e8H) op bepaalde
modellen, onder OPTION in het OSD-menu. Als u '00H' of '000H' selecteert voor de Set-ID,
kunt u alle aangesloten monitoren tegelijk bedienen. (Wordt mogelijk niet ondersteund
afhankelijk van het model.)
* [Data]
Hiermee verzendt u command-data.
Afhankelijk van de command kan het aantal data toenemen.
* [Cr]
Carriage Return. Komt overeen met '0x0D' in ASCII-code.
* [ ]
Spatie. Komt overeen met '0x20' in ASCII-code.
Acknowledgement (Acknowledgement)
[Command2][ ][Set ID][ ][OK/NG][Data][x]
* Het product verzendt een ACK (acknowledgement of kennisgeving) gebaseerd op dit formaat wanneer
normale data worden ontvangen. Als de waarde voor data op dit ogenblik gelijk is aan 'FF' , dan toont deze
de huidige datastatus. Als de data in dataschrijfmodus staan, worden de data van de PC teruggestuurd.
* Als er een command wordt verzonden met Set-ID '00' (=0x00) of '000 (=0x000)' , worden de data naar alle
monitoren gestuurd; deze verzenden geen bevestiging (ACK).
* Als de datawaarde 'FF' wordt verzonden in de bedieningsmodus via RS-232C, kan de huidige ingestelde
waarde worden gecontroleerd (voor een aantal functies).
* Sommige commands worden op sommige modellen mogelijk niet ondersteund.