Gebruiksaanwijzing 3071
Opslag
=
De nauwkeurigheid van het kompas kan afnemen als het horloge wordt gemagneti-
seerd. Met het oog hierop, dient u het horloge verwijderd van magneten of andere
bronnen van sterk magnetisme te bewaren, zoals permanente magneten
(magnetische kettingen, etc.) en huishoudelijke apparaten (TV's computers,
wasmachines, vriezers, etc.).
=
Voer als u vermoedt dat het horloge gemagnetiseerd is een van de kalibratiebedie-
ningen uit zoals vermeld bij "De ijksensor kalibreren".
De ijksensor kalibreren
Als u vermoedt dat de metingen van het horloge onjuist zijn, dient u de ijksensor te
kalibreren. Er zijn drie mogelijke kalibratiebedieningen: correctie magnetische
declinatie, bi-directionele kalibratie of noordelijke kalibratie.
=
Magnetische declinatie correctie
Met magnetische declinatie correctie voert u een magnetische declinatiewaarde
(verschil tussen magnetische en werkelijke noorden) in waardoor het horloge het
werkelijke noorden aangeeft. U kunt deze bediening uitvoeren als de magnetische
declinatiewaarde op de kaart waarvan u gebruik maakt wordt aangegeven.
Onthoud dat u de declinatiewaarde uitsluitend in hele graden kunt invoeren en u de
op de kaart aangegeven waarde wellicht dient af te ronden. Als uw kaart een
declinatiewaarden van 7,4º aangeeft, dient u 7º in te voeren. Bij 7,6º dient u 8º in te
voeren en bij 7,5º kunt u 7º of 8º invoeren.
=
Bi-directionele en noordelijke kalibratie
Met bi-directionele en noordelijke kalibratie wordt de nauwkeurigheid van de
richtingsensor in relatie tot het magnetische noorden gekalibreerd. Gebruik bi-
directionele kalibratie als u metingen wilt uitvoeren in een gebied dat blootgesteld is
aan magnetische straling. Dit type kalibratie dient te worden toegepast als het
horloge, om wat voor reden dan ook, gemagnetiseerd is. Met noordelijke kalibratie
"leert" u het horloge wat het noorden is (wat u met een ander kompas of op andere
wijze dient te bepalen).
Belangrijk
=
Als u zowel bi-directionele als noordelijke kalibratie wenst uit te voeren, dient u
eerst de bi-directionele kalibratie uit te voeren, en vervolgens de noordelijke
kalibratie. Dit is noodzakelijk omdat de bi-directionele kalibratie elke daarvoor
ingestelde noordelijke kalibratie opheft.
=
Hoe nauwkeuriger u de bi-directionele kalibratie uitvoert, des te nauwkeuriger de
uitlezingen van de ijksensor zullen zijn. U dient de bi-directionele kalibratie uit te
voeren als de omgeving waar u de ijksensor gebruikt, verandert of als u denkt dat
de ijksensor onjuiste lezingen produceert.
Magnetische declinatie
Magnetische declinatie correctie uitvoeren
1. Houd in de digitale kompasfunctie
hoekrichting
ongeveer twee seconden ingedrukt totdat de
magnetische declinatie hoekwaarde begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
2. Gebruik
hoekwaarde te veranderen.
3. Druk op
declinatie correctie richtinginstelling (OFF, E, W) te
Magnetische
verplaatsen.
declinatie
Hierdoor begint de magnetische declinatie
=
hoekwaarde
hoekrichtinginstelling te knipperen.
4. Gebruik
om voor de richtinginstelling uit de volgende mogelijkheden te kiezen:
=
OFF: geen magnetische declinatiecorrectie
E: Als het magnetisch noorden oostelijk is (oost declinatie)
=
=
W: Als het magnetisch noorden westelijk is (west declinatie)
=
De illustratie hierboven toont de waardie die u dient in te voeren en de
richtinginstelling die u dient te selecteren als op de kaart een magnetische
declinatie van 1º West wordt aangegeven.
5. Druk wanneer de instelling naar wens is op
=
Als u OFF voor de magnetische declinatie hoekwaarde selecteeert, wijzigt de
--
magnetische hoekwaarde naar
.
Voorzorgsmaatregelen ten aanzien van bi-directionele kalibratie
U kunt elke twee willekeurige tegenovergestelde richtingen gebruiken voor bi-
=
directionele kalibratie. U dient zich er echter van te verzekeren dat deze 180 graden
tegenovergesteld zijn. Bedenk dat u onjuiste uitlezingen van de ijksensor krijgt als u
de bediening onjuist uitvoert.
=
Verzeker u ervan dat u het horloge niet beweegt terwijl een kalibratie van een van
beide richtingen wordt uitgevoerd.
=
U dient de bi-directionele kalibratie uit te voeren in een omgeving waar u ook
richtingmetingen wilt gaan uitvoeren. Als u bijvoorbeeld van plan bent richtingsme-
tingen in een open gebied te gaan uitvoeren, kalibreer dan ook in een open gebied.
Bi-directionele kalibratie uitvoeren
1. Houd in de digitale kompasfunctie
ongeveer twee seconden ingedrukt totdat de
magnetische declinatie hoekwaarde begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
2. Druk twee keer op
kalibratiescherm te selecteren.
=
Tegelijkertijd knippert de indicatie van het
magnetische noorden op de 12-uur positie om te
laten zien dat het horloge klaar is voor de kalibratie
van de eerste richting.
3. Plaats het horloge in elke gewenste richting op een vlak oppervlak en druk op
om de eerste richting te kalibreren.
=
Terwijl de kalibratiebediening plaatsvindt, wordt
Wanneer de kalibratie van de eerste richting succesvol is afgerond verschijnt
-2-
OK
en
op het display en knippert de magnetisch-noorden-wijzer op de 6-
uur-positie. Dit geeft aan dat het horloge klaar is voor kalibratie van de tweede
richting.
4. Draai het horloge 180 graden.
5. Druk nogmaals op
om de tweede richting te kaliberen.
gedurende
(+) en
(-) om de magnetische declinatie
om het knipperen naar de magnetische
om het instelscherm te verlaten.
gedurende
om het bi-directionele
---
op het display getoond.
---
=
Op het display wordt
getoond terwijl de kalibratie wordt uitgevoerd. Als de
kalibratie succesvol is afgerond, wordt OK op het display getoond en verschijnt het
digitaal-kompas-functiescherm (waarop de hoekwaarde getoond wordt).
---
=
Als
op het kalibratiescherm verschijnt en vervolgens verandert naar
(fout), betekent dit dat er een sensorfout heeft plaatsgevonden. Probeer als
na ongeveer een seconde verdwijnt nogmaals de kalibratie uit te voeren. Neem als
ERR
blijft verschijnen contact op met uw CASIO-dealer om het horloge te laten
controleren.
De noordelijke kalibratie uitvoeren
1. Houd in de digitaal-kompas-functie
ongeveer twee seconden ingedrukt ingedrukt totdat
de magnetische declinatie hoekwaarde begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
2. Druk drie keer op
scherm te tonen.
=
Tegelijkertijd verschijnt
display.
3. Plaats het horloge op een vlak oppervlak en positioneer het zo dat de 12-uur
positie naar het noorden is gericht (zoals gemeten met een ander kompas).
4. Druk op
om de kalibratiebediening te starten.
---
=
Op het display wordt
getoond terwijl de kalibratie wordt uitgevoerd. Als de
OK
kalibratie succesvol is afgerond, wordt
het digitaal-kompas-functiescherm (waarop
---
=
Als
op het kalibratiescherm verschijnt en vervolgens verandert naar
(fout), betekent dit dat er een sensorfout heeft plaatsgevonden. Probeer als
na ongeveer een seconde verdwijnt nogmaals de kalibratie uit te voeren. Neem als
ERR
blijft verschijnen contact op met uw CASIO-dealer om het horloge te laten
controleren.
IJkgeheugen
IJkgeheugen-indicator
Met het ijkgeheugen kunt u een richtingmeting opslaan
IJkgeheugen-
en bekijken terwijl u opvolgende metingen uitvoert. Op
richting
het ijkgeheugenscherm wordt de hoekwaarde, evenals
12-uur
een indicator in de ring rondom het display die de
positie
opgeslagen richting aangeeft, van de opgeslagen
richtingmeting getoond. Wanneer u een kompasmeting
uitvoert terwijl het ijkgeheugenscherm getoond wordt,
wordt tevens de richtingwaarde voor uw huidige meting
(ten opzichte van de 12-uur positie van het horloge)
getoond.
Een kompasmeting in het ijkgeheugen opslaan
1. Druk in de digitale-kompas-functie op
meting uit te voeren.
Richting huidige
=
Nadat de kompasmeting is uitgevoerd blijft het
meting
horloge gedurende ongeveer 20 seconden
IJkgeheugen-
automatisch richtingmetingen uitvoeren.
scherm
2. Druk terwijl een richtingmeting wordt uitgevoerd op
=
Hierdoor knippert de richtingmeting gedurende ongeveer een seconde om aan te
geven dat deze in het ijkgeheugen is opgeslagen, waarna het ijkgeheugenscherm
verschijnt.
=
Terwijl het ijkgeheugenscherm op het display getoond wordt, kunt u op
om een 20-seconden richtingmeetbediening te starten waarbij de hoekwaarde voor
de richting waarnaar de 12-uur positie van het horloge wijst getoond wordt. De
hoekwaarde van de huidige metingen verdwijnt weer van het display nadat de
richtingmeetbediening is afgerond.
=
Gedurende de eerste 20 seconden nadat u het ijkgeheugenscherm selecteert of
gedurende de 20-seconden richtingmeetbediening terwijl het ijkgeheugenscherm
op het display getoond wordt, wordt de in het geheugen opgeslagen richting
aangegeven door een indicator in de ring rondom het display.
=
Wanneer u op
drukt terwijl het ijkgeheugenscherm getoond wordt, wordt de in
de geheugen opgeslagen richtingwaarde verwijderd en keert u terug naar de
digitale-kompas-functie.
De digitale-kompas-functie tijdens bergbeklimmen of wandelen gebruiken
In deze sectie worden drie praktische toepassingen voor gebruik van het digitale
kompas vermeld.
=
Een kaart positioneren en uw huidige locatie bepalen.
Tijdens bergbeklimmen of wandelen is het belangrijk een idee van uw huidige
locatie te hebben. Hiertoe dient u uw kaart te positioneren, wat inhoudt dat de op
de kaart aangegeven richtingen overeen moeten komen met de richtingen van uw
locatie. Dit houdt in dat u de noordelijke richting van de kaart lijnt met de
noordelijke richting van uw horloge.
=
De richting naar een doel ijken
De richting naar een doel op een kaart bepalen en in die richting lopen
=
Een kaart positioneren en uw huidige locatie bepalen
Noorden aangegeven
1. Positioneer het horloge, terwijl u deze om uw pols
op kaart
draagt, zo dat de bovenzijde horizontaal is.
2. Druk in de tijd-, digitale-kompas-, luchtdruk/
thermometer- of hoogtemeterfunctie op
richtingmeting uit te voeren.
=
De meting verschijnt na ongeveer twee seconden
op het display.
3. Draai de kaart zonder het horloge te bewegen totdat
Huidige
locatie
N
de op de kaart aangegeven noordelijke richting
overeenkomt met de op het horloge aangegeven
noordelijke richting.
=
Lijn als het horloge is ingesteld om het magne-
tische noorden aan te geven het magnetische
noorden van de kaart met de noordelijke richting
N
van het horloge. Lijn als een declinatie is ingesteld
om het werkelijke noorden te corrigeren het
Noorden aangegeven door
werkelijke noorden van de kaart met de noordelijke
noord-wijzer
richting van het horloge.
=
Hierdoor wordt de kaart overeenkomstig uw
huidige locatie gepositoneerd.
4. Bepaal uw locatie terwijl u de geografische contouren om uw heen bekijkt.
ERR
ERR
gedurende
om het noordelijke kalibratie-
-N-
(noord) op het
op het display getoond en verschijnt
0
º als hoekwaarde getoond wordt).
ERR
ERR
om een
.
drukken
om een
3