Jaloeziemanagement
Afdekking met radiografische ontvanger, Afdekking met radiografische
ontvanger en sensoraansluiting
4 Bediening
Jaloezie bewegen
o
Element boven of onder langer dan één seconde indrukken.
De jaloezie beweegt in de gewenste richting tot de eindstand of stopt bij opnieuw indrukken
van de toets.
Lamellen verstellen
o
Element boven of onder korter dan één seconde indrukken.
De lamellenstand verandert in de gewenste richting zolang de toets wordt ingedrukt.
Bediening met radiografische zender
Om het jaloezie radiografisch te kunnen bedienen, moet een radiografische zender zijn inge-
leerd.
i Handleiding van de radiografische zender aanhouden.
Afhankelijk van de bedieningsduur van een radiografische zender worden de lamellen versteld
of de jaloezie bewogen.
5 Informatie voor elektromonteurs
5.1 Montage en elektrische aansluiting
GEVAAR!
Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Voordat werkzaamheden aan het apparaat of de last worden uitgevoerd, moe-
ten alle bijbehorende installatie-automaaten worden vrijgeschakeld. Spanning-
voerende delen in de omgeving afdekken!
Apparaat monteren
Jaloezie-element is correct gemonteerd en aangesloten (zie handleiding van het betreffende
element).
o
Bij elementen met sensoraansluiting sensorkabel installeren, helderheidsdrempel instellen
en zonnesensor op het vensterraam bevestigen (zie volgende hoofdstuk).
o
Radiografisch element met frame op jaloezie-element plaatsen (afbeelding 1).
o
Netspanning inschakelen.
Sensorkabel installeren
Voor elementen met sensoraansluiting
i De sensorkabel geleid veiligheidslaagspanning SELV. Installatievoorschriften conform VDE
0100 aanhouden.
De installatie van de sensorkabel kan op drie verschillende manieren worden uitgevoerd.
Inbouwinstallatie (afbeelding 3), opbouwinstallatie (afbeelding 4) en bij daarvoor geschikte ele-
menten, sensorkabel op element steken.
i De sensorkabel mag niet willekeurig lang worden gekozen, omdat dan storingen van ande-
re verbruikers en kabels kunnen worden ingekoppeld. Foutief functioneren kan het gevolg
zijn. Daarom alleen afgeschermde kabel gebruiken en de afscherming op het massapoten-
tiaal aansluiten. De totale lengte tot maximaal 20 m beperken en de nabijheid van andere
elektrische inrichtingen vermijden.
32524333
J0082524333
3/7
13.09.2016