■
Relatieve of absolute variatie (Dimwaarde)
De relatieve variatie maakt het mogelijk het verlichtingsniveau geleidelijk te verhogen of verlagen afhankelijk van de
dimwaarde. Dit kan bijvoorbeeld door de drukknop lang ingedrukte te houden. De absolute variatie maakt het
mogelijk de te bereiken dimwaarde in % vast te leggen.
■
Timer
De functie timer maakt het mogelijk een verlichtingscircuit in en uit te schakelen voor een instelbare tijdsduur. De
uitgang kan met een timer ingesteld worden op een dimwaarde volgens de gekozen timermodule. De Timer kan
onderbroken worden voor het einde van de tijdsinstelling. Een instelbare uitschakel voorwaarschuwing geeft het
einde van de timerinstelling aan door het verlichtingsniveau met de helft te verminderen.
■
Prioriteit
De functie Prioriteit maakt het mogelijk een uitgang in een bepaalde staat te forceren. Prioriteit worden geactiveerd
via object(en) in 2 bit formaat.
Prioriteit: Prioriteit > Basisfunctie.
De andere opdrachten zijn alleen beschikbaar na een opdracht einde prioriteit.
Applicatie: ingeschakeld houden van verlichting om beveiligingsredenen.
■
Automatisme
De functie Automatisme maakt het mogelijk een uitgang parallet met de ON/OFF functie of een verlichtingswaarde
te bedienen. De twee functies hebben hetzelfde prioriteitsniveau. De laatst ontvangen besturing handelt op de
uitgangsstatus.
Er wordt een extra besturingscontact gebruikt om het automatisme in- of uit te schakelen.
■
Scene
De functie Scene maakt het mogelijk de uitgangen te groeperen die in een bepaalde instelbare staat kunnen worden
gebracht.
Een scene wordt geactiveerd via object(en) in 1 bit formaat.
Elke uitgang kan geïntegreerd worden in 64 verschillende scenes.
■
Uitgangscombinatie
De kanalen kunnen worden gekoppeld volgens de verschillende combinaties voor de variatie van sterkere ladingen.
Het apparaat voert automatisch een test uit voor de herkenning van de bedrading die overeenkomt met een van de
toegelaten combinaties. Na het downloaden van ETS, voert het apparaat automatisch een test uit voor de
herkenning van de bedrading om de coherentie tussen de reële bekabeling en deze die in ETS is ingesteld.
■
Handbediening
Met de handbediening kan een product van de bus geïsoleerd worden. In deze stand is het mogelijk lokaal elek van
de uitgangen te forceren.
■
Status indicatie
De functie status indicatie draagt de status van elke uitgangschakelcontact over op de bus KNX.
TXA662AN - TXA664AN
7
6LE004013A