15 Schakelschema ..............................26 16 Reiniging ................................28 17 Verwijdering ...............................28 17.1 Product ..............................28 18 Typeplaatje ................................29 19 Verklaring van overeenstemming (DOC) ......................29 2 Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van deze generator met omvormer. Deze handleiding bevat instructies over hoe u dit apparaat bedient. Lees het grondig door voordat u het in gebruik neemt.
5 Veiligheidstechnische informatie Lees deze gebruiksaanwijzing voor de ingebruikname van de generator. Het helpt u ongevallen te voorkomen als u vertrouwd raakt met de veilige bedieningsprocedures van de generator. Nooit binnenshuis gebruiken. Nooit in een vochtige omgeving gebruiken Sluit de generator nooit rechtstreeks aan op het stroomsysteem thuis. Houd het minstens 1 meter verwijderd Rook nooit tijdens het tanken.
Pagina 5
Let op Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing Elektrische gevaren Gevaar voor koolmonoxide (CO) Brandgevaar Verbrandingsrisico Draag gehoorbescherming. Alle elektrische en elektronische apparaten die op de Europese markt worden gebracht, moeten van dit symbool zijn voorzien. Dit symbool geeft aan dat dit apparaat aan het einde van zijn levensduur gescheiden van ongesorteerd huishoudelijk afval moet worden afgevoerd.
6 Beoogd gebruik De generator wordt gebruikt voor de opwekking van elektriciteit en kan onder normale atmosferische omstandigheden op het nominale vermogen worden gebruikt. Verkeerde toepassingen: Nooit binnenshuis gebruiken. Nooit in een vochtige omgeving gebruiken. Het gebruik van loodhoudende benzine veroorzaakt ernstige schade aan interne motoronderdelen.
Pagina 7
Aarding van de generator Om elektrische schokken als gevolg van inferieure elektrische appa- raten of onjuist gebruik van het elektriciteitsnet te voorkomen, moet de generator worden geaard met een goed geïsoleerde elektrische geleider. Ground terminal Aardverbinding (AANWIJZING) Zorg ervoor dat het bedieningspaneel, de ventilatiesleuven en de omvormer goed gekoeld zijn en dat er geen onder- delen, vuil en water kunnen binnendringen.
7.1 Bedieningspaneel 1. Oliewaarschuwingslicht Om te resetten TO RESET 2. AC-lamp 3. Overbelastingsindicator RESTART ENGINE Motor herstart 4. Economy–controleschakelaar (zwart) Naar 5. Motorschakelaar (rood) 6. DC-aansluiting STOP Stop 7. Aardverbinding (massa) Overbelasting OVER LOAD 8. DC bescherming BATTERY CHARGE ONLY Alleen voor het op- laden van de batterij...
8 Besturingsfuncties 8.1 Motorschakelaar (1) Motorschakelaar op “STOP”; Ontstekingsschakeling is uitgeschakeld. De motor start niet. (2) Motorschakelaar op “AAN”; Ontstekingsschakeling is ingeschakeld. De motor kan nu gestart worden. 8.2 Oliewaarschuwingslampje (geel) Als het oliepeil onder het laagste niveau daalt, gaat het oliewaarschuwingslampje (1) aan en stopt de motor automa- tisch.
(VOORZICHTIG) Verlaag de stroombelasting van het aangesloten elektrische apparaat onder het aangegeven nominale uitgangsver- mogen van de generator, zodra de DC-overbelastingsbeveiliging wordt geactiveerd. Als de DC-overbelastingsbe- veiliging opnieuw uitvalt, stop dan onmiddellijk het gebruik van het apparaat en neem contact op met een erkende vakhandelaar.
(OPMERKING) Veeg gemorste brandstof onmiddellijk af met een schone, droge, zachte doek, omdat brand- stof lakoppervlakken of kunststof onderdelen kan beschadigen. • Gebruik alleen loodvrije benzine. Het gebruik van loodhoudende benzine veroorzaakt ernsti- ge schade aan interne motoronderdelen. Verwijder de tankdop en vul de brandstof in de tank tot aan de rode markering. (1) rode markering (2) Brandstofhoogte Aanbevolen brandstof:...
Controles voor de ingebruikname: Brandstof (zie pagina 11) Controleer het brandstofpeil in de brandstoftank. Bijtanken indien nodig. Motorolie (zie pagina 12) Controleer het oliepeil van de motor. Vul indien nodig de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen olie bij. Controleer of er olie uit de generator lekt. Punt waarop tijdens het gebruik een anomalie wordt ontdekt Controleer de werking.
10.1 Starten van de motor 1. Zet de ECS-schakelaar (zwart) op “UIT” (1). 2. Draai de brandstofkraan op “AAN”. 3. Zet de machineschakelaar (rood) op “AAN”. 4. Trek de chokeknop helemaal uit. TIP: De choke is niet nodig bij het starten van een warme motor.
10.2 Motor afzetten TIP: Schakel alle elektrische apparaten uit. 1. Zet ECS op “UIT” (1). 2. Schakel alle aangesloten apparaten uit. 3. Zet de motorschakelaar (rood) op “STOP”. 10.3 Wisselstroomaansluiting (AC) (WAARSCHUWING) Zorg ervoor dat alle elektrische apparaten uitgeschakeld zijn voordat u ze in het stopcontact steekt. (AANWIJZING) Controleer voor het aansluiten op de generator of alle elektrische apparaten, inclusief de kabels en stekkers, in goede staat zijn.
10.4 Opladen van een accu TIP: De nominale gelijkspanning van de generator bedraagt 12 V. Start eerst de motor en sluit vervolgens de accu voor het opladen aan op de generator. Voordat u begint met het opladen van de accu, moet u ervoor zorgen dat de DC-overbelastingsbeveiliging is ingeschakeld.
10.5 Toepassingsgebied Bij het gebruik van de generator dient u ervoor te zorgen dat de totale belasting binnen het nominale uitgangsvermo- gen van de generator ligt. Anders kan de generator beschadigd raken. Vermogensfactor 0,8 - 0,95 0,4 - 0,75 (Rendement 0,85) Nominaal vermogen ≤...
11 Onderhoud De motor moet goed worden onderhouden om een veilige, economische, storingsvrije en milieuvriendelijke werking te garanderen. Om uw generator in perfecte staat te houden, moet deze regelmatig worden onderhouden. De volgende onderhouds- en routine-inspecties moeten zorgvuldig worden uitgevoerd: Frequentie Elke Na de eerste...
(AANWIJZING) Als de benzinemotor vaak onder hoge temperaturen of een hoge belasting werkt, moet u de olie om de 25 uur vervangen. Als de motor vaak in stoffige of andere zware omstandigheden werkt, reinig dan het luchtfilter om de 10 uur. Vervang indien nodig het luchtfilter om de 25 uur.
11.2 Carburateur-instelling (WAARSCHUWING) De carburateur is een belangrijk onderdeel van de motor. Aanpassingen moeten worden overgelaten aan de erkende dealers met expertise, gespecialiseerd gereedschap en uitrusting, voor een juiste instelling. 11.3 Motorolie verversen Vermijd het aftappen van de motorolie onmiddellijk na het stoppen van de motor. De olie is heet en moet zorgvuldig worden behandeld om brandwonden te voorkomen.
11.4 Luchtfilter 1. Verwijder de schroeven (1) en verwijder vervolgens het deksel (2). 2. Verwijder de schroef (3) en verwijder vervolgens het luchtfilter van het deksel van de behuizing (4). 3. Verwijder het schuimelement (5). 4. Was het schuimelement in een oplosmiddel en droog het. 5.
11.6 Brandstoftankfilter (WAARSCHUWING) Creëer nooit open vuur of rook wanneer u met benzine omgaat. 1. Verwijder de tankdop en het filter. 2. Reinig het filter met benzine. 3. Laat het filter drogen en installeer het opnieuw. 4. Plaats de tankdop terug. Zorg ervoor dat de benzinedop goed vastzit. 11.7 Brandstoffilter 1.
12 Opslag/transport Om brandstofverspilling tijdens transport of tijdelijke opslag te voorkomen, moet de generator in zijn normale bedrijfs- positie staan, rechtop, met de motor uitgeschakeld. Laat de motor goed afkoelen voordat u de ontluchtingshendel van de tankdop in de stand UIT zet. Bij het transport van de generator: 1.
12.2 Motor Voer de volgende stappen uit om de cilinder, zuigerveren, etc. tegen corrosie te beschermen. 1. Verwijder de bougie, giet ongeveer een eetlepel SAE 10W 30 olie in het bougiegat en monteer de bougie weer. Voer een onvolledige startprocedure van de motor met het startkoord uit, door herhaaldelijk onvolledig aan te trekken (met de 3-in-1 schakelaarknop op “UIT”) om de cilinderwanden met olie te bevochtigen.
16 Schoonmaken Belangrijk: – Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, reinigingsalcohol of andere chemische oplosmiddelen. Deze kunnen de behuizing beschadigen en ervoor zorgen dat het product niet goed werkt. – Dompel het product niet onder in water. 1. Koppel het product los van alle aangesloten apparaten. 2.
Rated Voltage: 230 V/AC Quality Class: B Frequency: 50 Hz Performance Class: G1 Rated Current: 13.91 A Operating temp.: -5..+40 °C Model-No.: QL3500ig Artwork supplied for: Year of Production: 2022 Net Weight: 35 kg ISO 8528-13: 2016 Serial No.: XXXXXXXXXX...
Pagina 32
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.