6.1 Montage van de sensor
1.
Steek de bijgeleverde sensor voor de verwar-
mings- en warmtepompregelaar in de dompelhuls
van het warmdrinkwaterbuffervat.
Positie: maatschets voor het betreffende appa-
raattype.
Insteekdiepte vanaf de bovenkant van de
Insteekdiepte vanaf de bovenkant van de
dompelhuls
dompelhuls
WWS 200
WWS 200
WWS 280
WWS 280
WWS 430
WWS 430
2.
Leg de sensorkabel naar de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
3.
Sluit de sensorkabel aan op de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
Installatie- en gebruikershandleiding van de
warmtepomp, de hydraulische eenheid of de
wandregelaar
4.
Stel de warmwatertemperatuur in op de verwar-
mings- en warmtepompregelaar.
Gebruikershandleiding van de verwarmings- en
warmtepompregelaar
Technische wijzigingen voorbehouden | 83035200cNL | ait-deutschland GmbH
7
Inbedrijfstelling
1.
Spoel en vul het warmwatercircuit en de warmte-
wisselaar voor de inbedrijfstelling.
Kwaliteit van het spoelwater:
Installatie- en gebruikershandleiding van de
warmtepomp of de hydraulische eenheid .
2.
Spoelen en vullen van het warmwatercircuit en de
warmtapwaterbuffervat.
500 mm
3.
Controleer de correcte werking van de veilig-
heidsklep (en eventueel van de drukregelaar).
550 mm
4.
Zorg ervoor dat de massakabel van de bescher-
450 mm
mingsanode(n) is aangesloten op het buffervat.
8
Isolatie van de aansluitingen
en het buffervat
AANWIJZING
Voer de isolatie uit zoals door de lokaal gel-
dende normen en richtlijnen is voorgeschre-
ven.
1.
Controleer de dichtheid van alle hydraulische aan-
sluitingen. Voer een drukproef uit.
2.
Isoleer alle verbindingen en leidingen.
7