5.3 Installatie
LNB Configuratie
1.
Als u op de [rode] of [blauwe] knop drukt, wordt de satelliet toegevoegd of
verwijderd.
2.
Als u op [OK] drukt, gaat de cursor naar het rechtervenster voor detailinstallatie.
3.
Selecteer de optie die u wilt aanpassen met de pijlknop en wijzig de gewenste
parameters.
Antenne Instellen
1.
Selecteer de naam van de gewenste satelliet.
2.
Selecteer de optie die u wilt bewerken met de pijlknop en wijzig de gewenste
parameters.
3.
Wanneer u de satelliet en de transponder hebt geselecteerd, moet u de
ontvangststatus van het satellietsignaal controleren. Als het ontvangstsignaal
slecht is, stelt u de antenne anders in.
Alles scannen
U kunt alle kanalen in de voorgeprogrammeerde transponder (TP) krijgen. Wanneer
u deze functie kiest, zoekt de ontvanger alle beschikbare kanalen en slaat de
ontvanger die op in het geheugen.
Transponder instellen/scannen
Na de configuratie van de LNB en de antenne-instelling kunt u zo nodig
transponders bewerken.
Fabrieksinstelling
Met deze functie herstelt u de status van de ontvanger naar de standaardparameters
van de fabriek. Wanneer u wordt gevraagd om het herstellen van de
fabrieksinstellingen te bevestigen, drukt u op [OK] om de fabrieksinstellingen te
herstellen.
20